Respect:
- Luisteren is een voorwaarde om elkaar te begrijpen.
- We spreken Nederlands in de les.
- Wij laten scheldwoorden achterwege.
Veiligheid:
- Wij ruimen ons afval op.
- Wij blijven van elkaar en elkaars spullen af.
- Wij laten iedereen in zijn waarde en letten op elkaars (sociale) veiligheid.
- Wil je iemand leren kennen? Persoonlijk, met respect en van dichtbij werkt beter
- Wij lopen rustig op de gangen.
Betrokkenheid:
- We begroeten elkaar bij binnenkomst en vertrek.
- We hebben oog voor elkaar.
- We helpen elkaar!