Lang leve de liefde 5.2

Lang leve de liefde
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lang leve de liefde

Slide 1 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij de eerste keer?

Slide 2 - Woordweb

Programma van de les
  1. Korte herhaling 
  2. Uitleg veilig vrijen
  3. Aan de slag..

Slide 3 - Tekstslide

Wat kun je doen als je problemen hebt?

Slide 4 - Open vraag

De eerste keer

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je seks leuk?

Slide 6 - Tekstslide

Wat als het niet lukt?

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De leerlingen kunnen beschrijven wat veilige en onveilige seks is. 
  • De leerlingen kunnen de 4 weken van de menstruatiecyclus uitleggen.
  • De leerlingen kan uitleggen hoe het lichaam de menstruatiecyclus regelt.


Slide 8 - Tekstslide

Wat is veilig vrijen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 22 - Quizvraag

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 23 - Quizvraag

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 24 - Quizvraag

De menstruatie wordt geregeld door hormonen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Duurt de menstruatie meestal een week?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

In de menstruatiecyclus is dag 1
A
De eisprong
B
Begin van de menstruatie
C
Eind van de menstruatie

Slide 27 - Quizvraag

Wordt bij een menstruatie de spierlaag van de baarmoederwand afgebroken?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Tijdens de gehele menstruatie kun je dezelfde tampon/maandverband blijven dragen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Wat verlaat tijdens de menstruatie de baarmoeder
A
Baarmoederslijmvlies
B
De eicel
C
De zaadcellen

Slide 30 - Quizvraag

Wat is extra belangrijk tijdens de menstruatie?
A
Persoonlijke hygiëne
B
Paracetamol gebruiken
C
Tampons gebruiken
D
Schaamstreek wassen

Slide 31 - Quizvraag


Op welke dagen van een menstruatiecyclus kan geslachtsgemeenschap leiden tot bevruchting van de eicel?
Van ongeveer drie dagen…


A
voor de menstruatie tot één dag na de menstruatie.
B
na de ovulatie tot één dag voor de menstruatie.
C
na de menstruatie tot één dag voor de ovulatie.
D
voor de ovulatie tot één dag na de ovulatie.

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de functie van FSH
A
Aanmaken LH en FSH door hypofyse
B
Zorgen voor een ovulatie
C
Ontwikkelen van de eicellen

Slide 33 - Quizvraag

Welke hormonen geeft de hypofyse af?
A
FSH en LH
B
LH en GnrH
C
LH en oestrogenen

Slide 34 - Quizvraag

Hormonen die direct effect hebben op het baarmoederslijmvlies zijn:
A
Alleen progesteron
B
Alleen progesteron en oestradiol
C
Alleen FSH en LH
D
Progesteron, oestradiol, FSH en LH

Slide 35 - Quizvraag

Welk hormoon laat de eicel rijpen?
A
Oestrogeen
B
FSH
C
LH
D
Testosteron

Slide 36 - Quizvraag

Lesdoelen
  • De leerlingen kunnen beschrijven wat veilige en onveilige seks is. 
  • De leerlingen kunnen enkele soa's benoemen met bijbehorende symptomen, gevolgen en behandelopties
  • de leerlingen kunnen benoemen welke seksuele handelingen veilig zijn en welke niet.
  • De leerlingen kunnen beschrijven hoe een soa test gaat. 


Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

SOA's

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Top 5- Soa's
  1. Chlamydia
  2. Genitale wratten
  3. Herpes Genitalis
  4. Gonorroe
  5. Hepatitis B 

Slide 41 - Tekstslide

Soa's, zwangerschap en veilig vrijen.
De quiz op blz 33 

Pak 2 gekleurde voorwerpen. Liefst groen en rood. Juist is groen, onjuist is rood.

Slide 42 - Tekstslide

Hoe zou jij je voelen? (als het mis gaat)

Slide 43 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?                  Paragraaf 10.4 
Hoe?                  met een buurman of buurvrouw
Hoe lang?        ong. 20 minuten
Vraag?               Vraag het fluisterend aan je buurman/vrouw.
                              Weet die het ook niet? Steek dan je vinger op
Klaar?                 Kijk of je dit voor jezelf helder kunt opschrijven                                     (samenvatten) of kijk nog eens naar de vorige les.

Slide 44 - Tekstslide