In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Pompeii; De verloren Romeinse stad
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
+ een paar interactieve vragen
Slide 7 - Tekstslide
Uit welke drie periodes bestaat het Romeinse Rijk? Geef de namen van het bestuur en zet het in chronologische volgorde
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
= Romeinse vrede.
Vanaf Keizer Augustus kende het Romeinse Rijk een welvarende periode van ongeveer 200 jaar.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wie leefden er nog meer in een landbouw-stedelijke samenleving?
A
De jagers-verzamelaars
B
De Grieken
C
De Egyptenaren
D
De Galliërs
Slide 14 - Quizvraag
De rijken, ookwel patriciërs genoemd.
Werden en kozen de senatoren/consuls.
De middenstand, ookwel plebejers genoemd.
Werkenden, boeren, soldaten etc.
De armen, ookwel het proletariaat.
Mensen die niks bezitten en afhankelijk zijn van de patriciërs
De slaven, vooral krijgsgevangenen.
Slide 15 - Tekstslide
Dit is een villa rustica, een soort boerderij. In dit soort villa's woonden de grootgrondbezitters (patriciërs)
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.
Slide 16 - Tekstslide
Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
timer
3:30
Slide 17 - Tekstslide
Waardoor weten wij zo veel over het dagelijkse Romeinse leven?
A
Veel gebouwen staan er nog steeds
B
Opgravingen bij Pompeii
C
De Romeinen schreven veel dingen op
D
Het internet
Slide 18 - Quizvraag
Claudius bezit een groot stuk land waar slaven voor hem op werken Claudius is een...
A
Proletariër
B
Plebejer
C
Patriciër
D
Boer
Slide 19 - Quizvraag
Antonius. Hij was eerst boer, maar hij is naar Rome verhuisd, in de hoop daar werk te vinden.
Antonius is een...
A
Proletariër
B
Plebejer
C
Patriciër
D
Boer
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de beste omschrijving van een landbouw-stedelijke samenleving?
A
Samenleving waarin sommige mensen op het platteland leven en andere mensen in steden.
B
Samenleving waarin de meeste mensen in steden leven en een klein aantal op het platteland.
C
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
D
Samenleving waarin boeren ook in de stad leven.
Slide 21 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Lezen:'De economie van het rijk', 'het leven in steden' en 'het leven op het platteland'
Maken:Opdracht 1 t/m 5 (doe dit online)
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
+ interactieve vragen
- Hoe werden Romeinen vermaakt
> Zelfstandig werken
Slide 24 - Tekstslide
Slaven
Proletariërs
Patriciërs
Soldaten
Senator
Ambachtslieden
Vrije boeren
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Amfitheater
Een plek waar allerlei gevechten werden gehouden voor een groot publiek. Ook wel een soort arena of stadion.
Hier zie je het Amphitheatrum Flavium (= Colosseum)
Slide 29 - Tekstslide
Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
De Limes in Nederland
In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.
Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome.
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.
Slide 32 - Tekstslide
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Slide 33 - Tekstslide
Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome.
Slide 36 - Tekstslide
Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.
Slide 37 - Tekstslide
Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
Viaduct
Slide 38 - Sleepvraag
Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.
Slide 39 - Sleepvraag
Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon
Slide 40 - Quizvraag
Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Amfitheater
Slide 41 - Quizvraag
Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Proletariërs
Slide 42 - Quizvraag
Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.
Slide 43 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met 'Brood en Spelen' in het Romeinse Rijk?
Slide 44 - Open vraag
Zelfstandig werken
Lezen:Heel 4.2 'De Romeinse samenleving'
Maken:Opdracht 1 t/m 11 (doe dit online)
Eigen keuze: kijk 'Iedereen krijgt brood en Spelen'