De ontkenning

Bienvenue!
Frans brugklas
De ontkenning
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!
Frans brugklas
De ontkenning

Slide 1 - Tekstslide

L'objectif
- Ik kan de ontkenning gebruiken in Franse zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf een ontkennende zin op in het Nederlands.

Slide 3 - Open vraag

De ontkenning - la négation
De Nederlandse woorden niet en geen bestaan in het Frans uit twee woorden:
Ne ... pas
Ne staat vóór de persoonsvorm en pas direct erna:
Je ne comprends pas

Slide 4 - Tekstslide

De ontkenning - la négation
Ne verandert in n' voor een werkwoord dat begint met een klinker of stomme h:

Je n'aime pas la glace. (ik vind het ijsje niet lekker)
Ce n'est pas un chat (Het is geen kat)

Slide 5 - Tekstslide

Uit welke woorden bestaat de ontkenning
A
alleen pas
B
alleen ne
C
ne/n' pas
D
non pas

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent de ontkenning ne...pas?
A
geen
B
niet
C
nooit
D
niet meer

Slide 7 - Quizvraag

Op welke plaats in de zin komt ne...pas (= de ontkenning in het Frans) te staan?
A
ne komt voor het eerste werkwoord en pas erachter.
B
ne plaats je voor het laatste woord in de zin en pas erachter.
C
ne komt vóór het onderwerp en pas erachter.
D
ne en pas staan om het zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
il regarde ne pas la télé
B
il ne pas regarde la télé
C
il ne regarde la télé pas
D
il ne regarde pas la télé

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
C'est ne pas une télévision
B
Ce n'est pas une télévision.
C
Ce ne pas est une télévision.
D
Ce ne télévision pas.

Slide 10 - Quizvraag

Maak deze zin ontkennend:
J'aime les crêpes

Slide 11 - Open vraag

Leerdoelen behaald? 
1. Wat is een ontkenning?
2. Hoe ziet de ontkenning eruit in het Frans?
3. Wat is de plaats van de ontkenning in de zin?
4. Hoe zit het met een klinkerbotsing en de ontkenning?

Slide 12 - Tekstslide

Au travail


Havo: Faire exercices 31abc, 32, 33, 34

Slide 13 - Tekstslide