Feiten, meningen en argumenten

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 2 - Tekstslide

Lees de tekst

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 4 - Open vraag

Wie is volgens het Guinness Book of Records de oudste vrouw ter wereld?

Slide 5 - Open vraag

Waarmee controleert het Guinness Book of Records hoe oud je bent?

Slide 6 - Open vraag

Waarom staat Antisa niet in het Guinness Book of Records?

Slide 7 - Open vraag

Is de familie van Antisa het ermee eens of oneens dat Antisa niet in het wereldrecordboek staat?
A
eens
B
oneens

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 10 - Tekstslide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 11 - Tekstslide

ARGUMENT

- Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.

- Je herkent een agument aan signaalwoorden als:

want, namelijk, omdat



Voorbeeld van een argument:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 12 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Techniek is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind "Rick and Morty" heel leuk!
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Dinsdag hebben we de Leestoets Hoofdstuk 5.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je je moet melden ga je naar de leerlingcoördinator.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met hun voornaam.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Meneer Labrijn moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij zo enorm goed veel kan praten.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quizvraag

GELEERD?

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 20 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 21 - Open vraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 22 - Open vraag