Herhaling

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Hoy es .........

1. Lunes
2. Martes
3. Miércoles
4. Jueves

Sleep de Spaanse woorden naar de Nederlandse betekenis.

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

lunes

martes

miércoles

jueves

viernes

sábado

domingo

Vertaal: Het seizoen

1. la publicidad
2. la temporada
3. las estaciones
4. la variedad

Lente - zomer - herfst - winter

1. Verano - Invierno - Otoño - Primavera
2. Invierno - Primavera - Verano - Otoño
3. Otoño - Primavera - Verano - Verano
4. Primavera - Verano - Otoño - Invierno

in het Spaans: "hoe heet dit seizoen?"

1. el otoño
2. la primavera
3. el invierno
4. el verano

in het Spaans:
"Welk seizoen zie je op deze afbeelding?"

1. el otoño
2. la primavera
3. el verano
4. el invierno

In het Spaans:
"Welk seizoen zie je op deze afbeelding?"

1. el otoño
2. la primavera
3. el verano
4. el invierno

In het Spaans:
"Welk seizoen zie je op deze afbeelding?"

1. el otoño
2. la primavera
3. el verano
4. el invierno

Welk is jullie favoriete seizoen?

La primavera

El verano

El otoño

El invierno