3.5 en 3.8

Programma van vandaag
  • Stillezen
  • Uitleg meervoud 
  • Aan de slag!
  • Quizlet 3.5 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Programma van vandaag
  • Stillezen
  • Uitleg meervoud 
  • Aan de slag!
  • Quizlet 3.5 

Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

-d
-t
Sleep het plaatje naar het goede vak. 
Maak het woord eerst langer. 

Slide 3 - Sleepvraag

d of t aan het eind?
armban...
Schrijf het hele woord op.

Slide 4 - Open vraag

Maak het meervoud van dief

Slide 5 - Open vraag

Meervoud in het Nederlands
Veel zelfstandige naamwoorden worden in het Nederlands gevormd door -en.

Maar het meervoud -s komt ook vaak voor.

Slide 6 - Tekstslide

MEERVOUDEN

Veel zelfstandige naamwoorden hebben meervoud op -en


lamp - lampen

mes - messen

weg - wegen

kaas - kazen

Slide 7 - Tekstslide

Bal - ballen
Enkelvoud: Eindigt een woord op één klinker en één medeklinker?

Meervoud: Dan verdubbelt de medeklinker.

Slide 8 - Tekstslide

Aap - apen
Enkelvoud: Eindigt een woord op twee klinkers en een medeklinker?

Meervoud: Er valt een klinker weg.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het meervoud van bal?

Slide 10 - Open vraag

De s>z en de f>v

woorden die eindigen -s of -f

in het meervoud meestal s>z   f>v


wens:  wensen   kaars:  kaarsen

grens:  grenzen   laars:  laarzen

fotograaf:  fotografen   filosoof: filosofen

staaf:  staven  sluis:  sluizen


Slide 11 - Tekstslide

schrijf het meervoud op van:
dief, poes, druif, huis en vrouw

Slide 12 - Open vraag

Wat hebben we geleerd?
* meervoud op -en
*sommige woorden moeten we veranderen.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak de opdrachten van paragraaf 3.8

Maak groepjes, dat ging super!





Je mag fluisterend  overleggen met je buurman/buurvrouw

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 15 - Tekstslide