H2.1 Ravj 9 t/m 13

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 2 - Geld genoeg?
Exameneenheid Consumptie en Verrijkingsstof

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 2 - Geld genoeg?
Exameneenheid Consumptie en Verrijkingsstof

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Inflatie
Inflatie betekent een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Door inflatie wordt de koopkracht kleiner, als je inkomen niet net zoveel stijgt als de inflatie.


Slide 3 - Tekstslide

Koopkracht

Slide 4 - Tekstslide

Mijn inkomen stijgt met 4%. De prijzen stijgen met 5%. Bereken de reeële verandering.

Slide 5 - Open vraag

Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Regelmatige uitgaven zoals boodschappen
Vast moment vast bedrag zoals gas water licht
Uitgaven die je soms doet zoals het kopen van een auto

Slide 6 - Sleepvraag

Soorten uitgaven
uitleg: 
regelmatig met wisselend bedrag 
vast moment, vast bedrag 
uitgaven 
die je soms doet
Soorten Uitgaven:
Dagelijkse uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen met maanden/jaren

Slide 8 - Tekstslide

Incidentele uitgaven
Zijn uitgaven die je niet zo vaak doet, of waarvoor je moet sparen. 

Onverwacht en onregelmatig. Het is verstandig om er geld voor te reserveren.

Voorbeelden: reparatie van de koelkast of auto, een winterjas, een verre reis of een verkeersboete.

Slide 9 - Tekstslide

Reserveren
  • geld apart leggen voor  toekomstige (meestal incidentele) uitgaven
  • Formule => Benodigd bedrag: aantal jaren = reserveren per jaar
  • Voorbeeld: Ik wil een nieuwe tv over drie jaar. Deze kost € 699. Hoeveel geld moet ik per maand reserveren?
  1. € 699 : 3 =  € 233 reserveren per jaar
  2. € 233 : 12 = € 19,42 reserveren per maand

Slide 10 - Tekstslide

Sara wilt een auto kopen van 9.000 euro. Ze heeft nu 3.500 euro op haar spaar rekening. ze wilt de auto over 2 jaar kopen. Hoeveel moet ze per maand reserveren?

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag
Maken t/m opdracht 13
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? -> Rekenen paragraaf 2.1/herhalingsopgaven
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 12 - Tekstslide