Mon 14/02 - Unit 2

Today's planning
1. Let's practise vocabulary together!

2. Grammar: extreme adjectives

3. Grammar: phrasal verbs

4. Work to do...
PW UNIT 2
Woensdag 2 maart
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Today's planning
1. Let's practise vocabulary together!

2. Grammar: extreme adjectives

3. Grammar: phrasal verbs

4. Work to do...
PW UNIT 2
Woensdag 2 maart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SE Mondeling: VLOG

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Translate to English

1. beslissing
2. garanderen
3. onpartijdig
4. abonnee
5. gat
6. ziekte
7. kolonist
8. bedoeling

Translate to Dutch

9. competitor
10. exceptional
11. policy
12. surgery
13. benefit
14. to replace
15. to track
16. waste
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordjes oefenen: memory
Verdeel de klas in drie groepen
Ieder groepje krijgt een pakje kaarten, waar Engelse en Nederlandse woorden op staan

Samen ga je het de woorden combineren: dus het Engelse woord en de juiste Nederlandse vertaling!

timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

3 rondes...
Woordjes oefenen: zinnen maken!
Je werkt in hetzelfde groepje

Kies samen 6 woorden uit het hoofdstuk 
Maak voor ieder woord een goede zin
Let op: de zin moet de betekenis van het woord goed laten zien!
Maak niet al te korte zinnen, wees creatief en uitgebreid!
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: extreme adjectives
Adjectives = bijvoeglijk naamwoorden
Extreme = extreme variant

Bijvoorbeeld: 
1. Die bloemen zijn mooi.
2. Die bloemen zijn prachtig!

Wat is het verschil? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extreme adjectives
1. The house was extremely big.
2. Tom was extremely hungry when he got home.
3. His feet were extremely small.
4. After school, I was extremely tired.
5. That event was extremely bad.
6. Those flowers are extremely beautiful.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar: phrasal verbs
phrasal = zin
verbs = werkwoord

Oftewel: een werkwoord-zin
Een werkwoord dat bestaat uit meerdere woorden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Don’t ____ (uitstellen) your homework. If you do it right now, we can go out afterwards.
A
turn down
B
call of
C
put off
D
carry on

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let’s ____ (bezoeken) Christopher. He went home early because he wasn’t feeling well.
A
hang out
B
bring along
C
call in on
D
put up with

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Could you ____ my cat while I am on holiday?
A
bring along
B
look after
C
bring up
D
break down

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: phrasal verbs
Lees in je eentje het grammaticablok over phrasal verbs in je boek door (103)

Daarna, in je groepje, ga je voor 8 phrasal verbs een plaatje zoeken, die de betekenis laat zien.

Dit ga je aan de rest van de klas uitleggen daarna. 


timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time left?
1. Versterk jezelf / Test jezelf
2. Unit 2 opdrachten afmaken
3. Woordtrainer doen (individueel)
4. Extra grammatica uitleg van mij

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies