meetkunde herhaling
1 / 35
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De hoeken van een
driehoek zijn samen 360
°
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
De hoeken van een
vierhoek zijn samen 360
°
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel graden zijn de hoeken
van een driehoek samen?
Slide 4 - Open vraag
Een gelijkbenige driehoek heeft 3 gelijke zijden
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Een gelijkbenige driehoek heeft 2 gelijke hoeken
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
De hoeken van een gelijkzijdige driehoek zijn 60
°
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Dit is een rechthoekig
trapezium
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Als je van een driehoek 2 zijden en een hoek weet moet je je passer gebruiken
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Als je van een driehoek 2 hoeken en een zijde weet moet je je passer gebruiken
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Als je van een driehoek 3 zijden
weet moet je je passer gebruiken
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Welke vlakke figuren hebben vier hoekpunten
Slide 15 - Woordweb
Welke soorten driehoeken ken je?
Slide 16 - Woordweb
Een parallellogram heeft 4 gelijke zijden
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Een ruit heeft
4 gelijke zijden
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Alle hoeken van een ruit zijn gelijk
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Alle hoeken van een rechthoek zijn gelijk
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Bij een gelijkbenig trapezium heb je in ieder geval 2 gelijke zijden
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Een gestrekte hoek is
180 graden
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Bij een vlieger zijn 2 hoeken even groot
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Er bestaan driehoeken met twee stompe hoeken
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Er bestaan driehoeken met twee rechte hoeken
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Een rechthoekige driehoek heeft altijd 2 scherpe hoeken
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Als je weet hoe groot 3 hoeken zijn, kan je een driehoek tekenen
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Als je weet hoe lang 3 zijden zijn, kan je een driehoek tekenen
A
waar
B
niet waar
Slide 31 - Quizvraag
In een driehoek met 1 symmetrieas, zijn 2 hoeken even groot
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
In een driehoek kan je
3 diagonalen tekenen
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Scherpe hoek
Stompe hoek
Rechte hoek
Gestrekte hoek
Volle hoek
Inspringende hoek
90
180
360
260
15
100
