MCAWIS lj2 dt1 week 2 les 2

Programma
1. Herhalen
2. Worteltrekken 
3. Machten en wetenschappelijke notatie
3. Oefenen
4. Afsluiten
Doelen:
  • Je kan bij een wortel de twee goede antwoorden geven
  • Je kan machten berekenen en de wetenschappelijke notatie gebruiken.
  • Je schrijft al je tussenstappen op

Begrippen:
- kwadrateren
- Wetenschappelijke notatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Programma
1. Herhalen
2. Worteltrekken 
3. Machten en wetenschappelijke notatie
3. Oefenen
4. Afsluiten
Doelen:
  • Je kan bij een wortel de twee goede antwoorden geven
  • Je kan machten berekenen en de wetenschappelijke notatie gebruiken.
  • Je schrijft al je tussenstappen op

Begrippen:
- kwadrateren
- Wetenschappelijke notatie

Slide 1 - Tekstslide

+
-
+ x + = 
+ x - = 
- x + = 
- x - =
+ : + =
+ : - = 
- : + =
- : - =

Slide 2 - Sleepvraag

Welke uitkomst heeft:
-6 kwadraat
A
12
B
-12
C
-36
D
36

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitkomst heeft:
(-4) kwadraat
A
8
B
16
C
-8
D
-16

Slide 4 - Quizvraag

235.089,71
Welke waarde heeft de 5 in dit getal?

Slide 5 - Open vraag

2. Wortels
...het omgekeerde van het kwadraat

je zegt wortel 81 
je schrijft
je berekent      
81
81=9

Slide 6 - Tekstslide

2. Wortels
...het omgekeerde van het kwadraat

je zegt wortel 81 
je schrijft
je berekent
want 9 x 9 = 81      
81
81=9

Slide 7 - Tekstslide

2. Wortels
...het omgekeerde van het kwadraat

je zegt wortel 81 
je schrijft
je berekent
want 9 x 9 = 81      
81
81=9
Is er nog een oplossing??

Slide 8 - Tekstslide


64=
A
9
B
8
C
7
D
32

Slide 9 - Quizvraag


529=
A
23
B
29
C
18
D
-23

Slide 10 - Quizvraag

3. Machten
In plaats van 5 x 5 x 5 x 5 schrijf je 54.
Je spreekt 54 uit als: vijf tot de vierde macht of 
vijf tot de vierde.
Bij 54 heet 5 het grondtal en 4 de exponent.

Slide 11 - Tekstslide

3. Machten
24=2×2×2×2=16
33=3×3×3=27
45=4×4×4×4×4=1024
103=10×10×10=1000

Slide 12 - Tekstslide

3. Machten in sommen
23×5=
(52)4=
(23+3)2=
8×5=
40
34=
81
(8+3)2=
112=
121

Slide 13 - Tekstslide

3. Wetenschappelijke notatie
Wanneer getallen heel groot of heel klein zijn, is het lastig om met deze getallen te rekenen. 
dan kan je het getal op een andere manier noteren: de wetenschappelijke notatie.  

Slide 14 - Tekstslide

Grote getallen
Duizend     1 000
Miljoen       1 000 000    
Miljard        1 000 000 000
Biljoen        1 000 000 000 000
Biljard         1 000 000 000 000 000 
103
106
109
1012
1015

Slide 15 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:

waarbij      altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

Bijvoorbeeld

a,b×10c
a

Slide 16 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:

waarbij      altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

Bijvoorbeeld

a,b×10c
a
1,0×102

Slide 17 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:

waarbij      altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

Bijvoorbeeld

a,b×10c
a
1,0×102=1,0×100

Slide 18 - Tekstslide

De wetenschappelijke notatie ziet er altijd als volgt uit:

waarbij      altijd een getal tussen de 0 en de 10 is.

Bijvoorbeeld

a,b×10c
a
1,0×102=1,0×100=100

Slide 19 - Tekstslide

wat is de juiste wetenschappelijke notatie?
1000
A
1,0×104
B
1,0×103

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste wetenschappelijke notatie?
12500
A
1,25×103
B
1,25×104
C
1,25×105
D
1,25×106

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de juiste wetenschappelijke notatie?
9999
A
9,9×103
B
1,0×104

Slide 22 - Quizvraag

3. Oefenen
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

4. Afsluiten
- 3 x (          + 3) : - 6 = 
78=
49

Slide 24 - Tekstslide

4. Afsluiten
Doelen behaald?

Agenda:


Wat is 'af'?
Doelen:
  • Je kan kwadrateren met positieve en negatieve getallen
  • Je kan bij een wortel de twee goede antwoorden geven
  • Je schrijft al je tussenstappen op

Begrippen:
- kwadrateren

Slide 25 - Tekstslide