H4.3 Nederland in 1848

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Weet je het nog?

§B2 De industriële samenleving

Geef drie voorbeelden van slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders

Wat is de armste klasse in de klassenmaatschappij?

1. De ondernemersklasse
2. De derde stand
3. De arbeidersklasse
4. De middenklasse

Waarom kwamen de arbeiders niet in opstand tegen hun slechte werkomstandigheden?

1. Ze waren bang om ontslagen te worden
2. Ze werden bedreigd met lijfstraffen
3. Ze moesten zoveel werken dat ze daar geen puf voor hadden
4. Hun baas was meestal een kennis/vriend. Dat deed je niet

Vroegmoderne tijd

Moderne tijd

adel en geestelijkheid

landbouwstedelijke samenleving

industriële samenleving

klassenmaatschappij

standenmaatschappij

ondernemersklasse

industrialisatie

huisnijverheid

Bekijk de afbeelding

Welke nieuwe uitvinding gebruikt de man?

1. Een microfoon
2. Een telefoon
3. Een verbrandingsmotor
4. Een elektrische lamp

Geef een voorbeeld van een nieuwe medische uitvinding uit de tijd van burgers en stoommachines

§B3 Nederland in 1848

• Je kunt belangrijke kenmerken noemen van het koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
• Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied. 
• Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam. 

Begrippen uit deze les

• Parlement
• Liberaal
• Liberalisme
• Kiesrecht
• Parlementaire democratie
  
  

Opdracht

Lees nu "Het koninkrijk der Nederlanden". Markeer het antwoord op het leerdoel én de begrippen met de uitleg. 

Nederland 1815 - politiek

• 1813: Napoleon verslagen

• 1815 NL + BE + LUX samengevoegd als sterk front tegen Frankrijk 
• 1830 De belgen maken zich los van Nederland na een opstand. 
• 1815 Willem I koning der Nederlanden > alle macht
• Parlement (eerste + tweede kamer) is niet democratisch > koning wees zelf deel van de leden aan. 
  
• 1815 kreeg Nederland wel een grondwet

Nederland 1815 - economisch

• Het Koninkrijk der Nederlanden loopt economisch achter
• Nog geen fabrieken in het noorden (huidig NL)
• Koning Willem I wil economie verbeteren
  
• vooral verbeteringen in de infrastructuur (kanalen/wegen/spoorweg)
  

Koning Willem I verbeterde de infrastructuur in zijn koninkrijk. Zo liet hij de Zuid-Willemsvaart van Den Bosch naar Maastricht aanleggen. Dit vergemakkelijkte de handel tussen het noorden en het zuiden van het land. Het kanaal ging in 1826 open. Deze afbeelding van de Zuid-Willemsvaart in Den Bosch is gemaakt rond 1860.

Opdracht

Lees nu "De liberalen". Markeer het antwoord op het leerdoel én de begrippen met de uitleg. 

Liberalen

• Liberalen: aanhangers van het liberalisme. Rijke burgers.
• Willem I besloot bijna alles alleen. Liberalen willen meer inspraak
  
• Zijn voor economische vrijheid: 'handel en economie groeien alleen zonder politieke bemoeienis'
  

Opdracht

Lees nu "De grondwet van 1848". Markeer het antwoord op het leerdoel én de begrippen met de uitleg. 

De Grondwet van 1848

• 1840: Willem I overlijdt --> Willem II volgt hem op
• 1848: in heel Europa breken revoluties uit voor meer democratie
  
• Willem II  bang voor rellen in NL --> vraagt Thorbecke nieuwe grondwet te schrijven
  

De Grondwet van 1848

• Parlement is de baas, niet de koning
• Parlement kiest en ontslaat ministers
  
• Rijke mannen kiezen leden parlement
• Nederland wordt parlementaire democratie > niet de koning, maar het gekozen parement heeft nu de macht. 
  

Video-opdracht

• Bekijk de video
• Download uit de studiewijzer bij lesopdrachten het bestand 'verwerkingsvragen schooltv grondwet' 
• Maak de opdrachten in een Word-document
• Kijk de opdrachten na met het antwoordblad in de studiewijzer
  

Maak een screenshot van de vorige opdracht en lever deze hier in.

§B3 Nederland in 1848

• Je kunt belangrijke kenmerken noemen van het koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848.
• Je kunt uitleggen welke idealen de liberalen hadden op politiek en economisch gebied. 
• Je kunt uitleggen waarom er in 1848 een nieuwe grondwet kwam. 

Begrippen uit deze les

• Parlement
• Liberaal
• Liberalisme
• Kiesrecht
• Parlementaire democratie

Welke twee dingen heb je geleerd deze les?

Over welke onderwerpen wil je wat meer uitleg in de les?

Opdracht

Maak nu de volgende opdrachten in je werkboek:

3 t/m 14

Opdracht

Kijk de opdrachten goed na. Doe dit met een gekleurde pen én zorg dat je alles goed aanvult / verbeterd. 

Welke opdrachten wil je nabespreken in de les?

Opdracht

Maak nu online de Test jezelf (memo online)