13/1

Unit 3
modal verbs



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Unit 3
modal verbs



Slide 1 - Tekstslide

Listen to the songs in the next video. Make a note of the modal verbs you hear. How many do you hear? Answer in the slide after the songs.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Songs in video. Answer here.How many modal verbs did you hear and which ones?

Slide 4 - Open vraag

Can & Be able to
1. Als je wilt zeggen dat iemand iets kan kun je can of be able to gebruiken.
2. Als je praat over vaardigheden dan gebruik je can, cannot en can't
3. Als je wilt zeggen dat iemand in staat is om iets te doen bijvoorbeeld naar een feestje gaan.
Zinnen met be able to zijn formeler dan can
4. als je wilt zeggen dat iemand iets kon gebruik je was / were able to + hele werkwoord.

Slide 5 - Tekstslide

May, might, be allowed to
1. may / might + hele werkwoord om toestemming te vragen of zeggen dat iets niet is toegestaan. 'may' is mogen en 'might' is zou mogen.

2. be allowed to + hele werkwoord om te zeggen dat iets (niet) is toegestaan volgens de regels.

Slide 6 - Tekstslide

I ___ come to your party tonight.
A
can
B
am able to
C
is able to
D
are able to

Slide 7 - Quizvraag

... I ask you a question sir?
A
may
B
might
C
am I allowed to

Slide 8 - Quizvraag

you ... (not) drive faster than 30km/h.
A
may not
B
might not
C
are not allowed to

Slide 9 - Quizvraag


Drag the modal verbs to the correct expressions in the following slide.

Slide 10 - Tekstslide

Permission 


Possibility
Probability
Obligation
can
could
may
Toestemming
Mogelijkheid
Waarschijnlijkheid
might

will
would

Verplichting
should
must
ought to

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

your homework p.119 Ex 1+2+3

Slide 14 - Tekstslide

I think I understand how to use
modal auxiliary verbs.
A
Strongly agree.
B
Agree.
C
Disagree.
D
Strongly disagree.

Slide 15 - Quizvraag