Zending en evangelisatie - Les 4 (H3)

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3

Zelfstandig werken

Lezen: paragraaf 2.G

Maken: opdracht 2.9

Lezen: vervolg paragraaf 2.G

Maken: opdracht 2.10

Maken: keuzeopdracht 2.11

Maken: opdracht 2.14

 2.H Paulus' dood (blz. 13)

'Jullie zijn het licht in de wereld'

Bespreek de volgende vragen in tweetallen:

1. Wanneer is iemand het licht in de wereld? Leg uit wat daarmee bedoeld wordt.
2. Waarom was Paulus een licht in de wereld?
3. Noem minimaal drie dingen waardoor jij geen licht in de wereld kunt zijn en minimaal drie dingen waardoor jij wel een licht in de wereld kunt zijn.

'Jullie zijn het licht in de wereld'

Bespreek de volgende vragen in tweetallen:

1. Wanneer is iemand het licht in de wereld? Leg uit wat daarmee bedoeld wordt.
2. Waarom was Paulus een licht in de wereld?
3. Noem minimaal drie dingen waardoor jij geen licht in de wereld kunt zijn en minimaal drie dingen waardoor jij wel een licht in de wereld kunt zijn.

Zending en evangelisatie - H3

Wat gaan we doen?

• Terugblik 
• Getuigen dichtbij
• Getuigen in de omgeving
• Getuigen ver weg

Terugblik

Schrijf in je boekje (blz. 28) of in je schrift het antwoord op de volgende twee vragen:

Hoe zou je Saulus omschrijven?

Hoe zou je Paulus omschrijven?

Leerdoelen hoofdstuk 3:

3.A -  Je kunt uitleggen waarom de volgelingen van Jezus in Judea en Samaria terechtkomen;

3.B - Je kunt uitleggen hoe het komt dat het evangelie zich razendsnel over het Romeinse Rijk kon verspreiden;

3.C - Je kent de begrippen uit het hoofdstuk en de betekenis ervan.

Wat ga je doen?

Lees paragraaf 3.A (blz. 15)

Maak opdracht 3.1

Lees paragraaf 3.B

Maak opdracht 3.2

Maak opdracht 3.3

Lees paragraaf 3.C

Maak opdracht 3.4

Nakijken:

3.1 - Eigen antwoord

3.2 - 1. De Heilige Geest maakte gebruik van de diaspora (de verspreiding) van de Joden. // 2. Daarnaast was er één taal in het Rijk: de Griekse taal. // 3. De keizers zorgden ervoor dat er geen piraten op zee waren en dat de wegen op het land bewaakt werden door Romeinse soldaten en politie. 

Nakijken:

3.3 - Eigen antwoord

3.4 - Alle gelovigen kwamen steeds bij elkaar. Ze deelden alles wat ze hadden. Ze verkochten hun bezittingen, en het geld gaven ze aan iedereen die het nodig had. Elke dag kwamen ze naar de tempel om samen te zijn. Bij elkaar thuis deelden ze het brood. Vol vreugde aten ze samen, en iedereen was even belangrijk. Ze eerden God, en het hele volk had veel waardering voor hen. Elke dag kwamen er meer mensen bij die door God gered waren.

Wat ga je doen?

• Lees paragraaf 3.D
• Maak opdracht 3.6 
• Maak opdracht 3.7 
• Keuzeopdracht 3.10

Nakijken:

3.6a - Er breekt vervolging uit in Jeruzalem

3.6b - Judea of Samaria

3.6c - Vertellen van het goede nieuws over Jezus

3.7a - Met woorden en daden (wonderen)

3.7b - Filippus

3.7c - Doordat er zoveel mensen worden genezen

Nakijken:

3.10 - Eigen antwoord:

Wie - 

Wat - 

Waar - 

Wanneer - 

Waarom - 

Hoe - 

Evangelisatie lastig?

Evangelisatie lastig?

Nee joh!

Evangelisatie lastig?

Nee joh!

Als je maar weet hoe!

Schrijf in je boekje (blz. 28) of in je schrift het antwoord op de volgende vraag:

Zou jij op één van deze manieren durven evangeliseren? Waarom wel/niet?

Wat ga je doen?

• Lees paragraaf 3.E
• Maak opdracht 3.12 
• Maak opdracht 3.13

Nakijken:

3.12 - Eigen antwoord

3.13a - Het is een oproep om in actie te komen, want: licht is niet bedoeld om verborgen te zijn. Als het verborgen is dan wordt het niet eens bewaard, maar gewoon uitgeschakeld. En: licht schijnt voor anderen!

Terug naar de leerdoelen...

3.A -  Waarom komen de volgelingen van Jezus in Judea en Samaria terecht?

3.B - Hoe komt het dat het evangelie zich razendsnel over het Romeinse Rijk kon verspreiden?

Afsluiting