3V: Ch.3 - Bron H + Project 2 (les 2)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3VA

3VB

Bonjour!

Programme d'aujourd'hui 

• Grammaire: Bron D (herhaling)
  
• Grammaire: Bron H
• Project 2: stencil

Le passé composé

1.	Vous … … (finir) votre travail à temps?
2.	Je … … (entrer) dans la salle de classe.
3.	Ils … … (vendre) leur vieille voiture.
4.	Elle … … (monter) au deuxième étage.
5.	Nous … … (écouter) de la musique toute la soirée.

Vervoeg de volgende werkwoorden in de passé composé.

Let op! Je moet zelf kijken of het werkwoord met être of avoir als hulpwerkwoord wordt vervoegd.

Le passé composé

1.	Vous avez fini votre travail à temps?
2.	Je suis entré(e) dans la salle de classe.
3.	Ils ont vendu leur vieille voiture.
4.	Elle est montée au deuxième étage.
5.	Nous avons écouté de la musique toute la soirée.

Vervoeg de volgende werkwoorden in de passé composé.

Let op! Je moet zelf kijken of het werkwoord met être of avoir als hulpwerkwoord wordt vervoegd.

Hoeveel vragen had je goed?

1

2

3

4

Alles :)

niets :(

Les objectifs

Aan het eind van deze les:

• .. .weet je hoe de rest van het schooljaar eruit gaat zien
• ... kun je vertellen over een vakantieverblijf
• ... kun je een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door een pers. vnw.

 Bron H

Het lijdend voorwerp vervangen door een lidwoord...

le / la / l' / les

p. 120 -- ex. 29a 

Vertaal de zinnen, wat valt op?

Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp 

In het Frans kun je het lijdend voorwerp in een zin vervangen. Dat doe je met de woorden le, la, les of l'. 

Dat doe je om de herhaling de voorkomen. 

Chloé rencontre Romain. - Chloé ontmoet Romain.

Elle rencontre Romain au cinéma - Zij ontmoet Romain in de bioscoop.

>>> Elle le rencontre au cinéma >>> Zij ontmoet hem in de bioscoop. 

Attention!

Het persoonlijk voornaamwoord staat meestaal voor het persoonsvorm. 

Je choisis l'hôtel            > Je le choisis

J'ai choisi le camping > Je l'ai choisi 

le 

les 

l' 

l' 

la

les

Maxime adore

les chiens

1. m ev
2. v ev
3. meervoud

Maxime adore les chiens.

(door welke persoonlijk vnw moet je het lijdend voorwerp vervangen?)

1. Maxime la adore
2. Maxime l'adore
3. Maxime le adore
4. Maxime les adore

Je visite

la Tour Eiffel

1. m ev
2. v ev
3. meervoud

Je visite la Tour Eiffel

(door welke persoonlijk vnw moet je het lijdend voorwerp vervangen?)

1. Je la visite
2. Je l' visite
3. Je le visite
4. Je les visite

Au travail!

Fais exercices 29 cde + 30acde

ZF

Tu as visité le port de Marseille?

1. Oui, je l'ai visité.
2. Oui, je le ai visité.
3. Oui, j'ai le visité.

Et comment tu trouves la ville?

1. Je l'trouve très belle.
2. Je la trouve très belle.
3. Je trouve la très belle.

Tu as essayé le service de vélos gratuits?

1. Oui, je l'ai essayé.
2. Oui, j'ai essayé le.
3. Oui, le j'ai essayé.

Tu veux acheter un vélo?

1. Oui, je le veux acheter.
2. Oui, je veux l'acheter.
3. Oui, la je veux acheter.

Project 2

Je mag nu in de groepje nog even werken aan je presentatie.

Kom naar mij toe als je vragen hebt.

Les devoirs

Faire: 29 + 30 + 32 (IN JE BOEK)

Apprendre: alle bronnen van Chapitre 3

Ik begrijp hoe ik een zinsdeel kan vervangen door een lidwoord.

😒🙁😐🙂😃

Hier wil ik graag meer aandacht aan besteden in de les: