Present Simple & Continuous

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Tegenwoordige tijd

Present Simple of Present Continuous?

Present Simple (I walk)

Gebruikt voor: feiten (langdurig waar) en gewoontes

Bevestigend: onderwerp + hele ww (denk aan de SHIT-rule!)

Vragend: do/does + onderwerp + hele ww

Ontkennend: onderwerp + don't/doesn't + hele ww

Present Continuous (I am walking)

Gebruikt voor: dingen die nu bezig zijn

Bevestigend: Onderwerp + am/is/are + werkwoord + ing

Vragend: am/is/are + onderwerp + werkwoord + ing

Ontkennend: Onderwerp + am/is/are + not + werwoord + ing

Practice

Choose the correct answer

Werk in deze volgorde:

Stel jezelf steeds de vraag: Is het een feit/gewoonte?

Ja = volg regels Present Simple

Nee = controleer even: is het nu bezig of een plan in de nabije toekomst? Dan volg regels Present Continuous

My brother (to play) football on Saturdays.

1. is playing
2. plays

Steve (to cook) for his wife right now.

1. is cooking
2. cooks
3. cooking

Maddie and Jenny (to do) their homework on Friday.

1. do
2. does
3. doing
4. are doing

Giovanni (not - to be) a very nice man.

1. not be
2. is not
3. is not being
4. not being

Jeroen (not - to do) anything at the moment.

1. not doing
2. does not do
3. does not
4. is not doing

Jay ...... to the cinema.

1. always goes
2. is always going
3. goes always
4. always is going

Toby ..... his homework every night.

1. is doing
2. does

We .... English right now.

1. learn
2. are learning