Tekststructuren

Wat doet een tekstschrijver meestal in de inleiding?
hint
Er zijn twee belangrijke functies van de inleiding.
A
het onderwerp introduceren
B
standpunt onderbouwen
C
de aanleiding introduceren
D
aandacht van de lezer trekken
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat doet een tekstschrijver meestal in de inleiding?
hint
Er zijn twee belangrijke functies van de inleiding.
A
het onderwerp introduceren
B
standpunt onderbouwen
C
de aanleiding introduceren
D
aandacht van de lezer trekken

Slide 1 - Quizvraag

En wat staat er meestal in het slot?
hint
De belangrijkste onderdelen voor jou als lezer om te weten.
A
een aanbeveling en een uitsmijter
B
een conclusie en een uitsmijter
C
een conclusie en een samenvatting
D
de schrijver herhaalt het standpunt

Slide 2 - Quizvraag

Lees zo meteen de tekst 'Lachgas verslavender dan gedacht'. Daarna volgen deze quizvragen:

1. welke functies heeft de inleiding (alinea 1 t/m 3)?
2. welke structuur heeft deze tekst?






3. Hoe onderbouwt de schrijver het standpunt?
4. welke conclusie trekt de schrijver in het slot?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Welke functies heeft de inleiding?
A
introductie onderwerp, voorbeeld en standpunt
B
introductie onderwerp en standpunt
C
introductie onderwerp, belang voor de lezer
D
standpunt en voorbeeld

Slide 5 - Quizvraag

Welke structuur kent deze tekst?
A
probleem - oplossing
B
verschijnsel - verklaring
C
standpunt - argumenten
D
verleden - heden - toekomst

Slide 6 - Quizvraag

Hoe onderbouwt de schrijver het standpunt?
A
door oorzaken te analyseren
B
door voorbeelden te geven
C
door deskundigen aan het woord te laten
D
door argumenten te geven

Slide 7 - Quizvraag

Welke conclusie trekt de schrijver in het slot?
A
Men denkt dat het een onschuldige drug is
B
Er moet voorlichting op scholen komen
C
Ouders hebben een verkeerd beeld
D
We zijn overvallen door de snelle ontwikkelingen

Slide 8 - Quizvraag

Welke oplossing wordt er geadviseerd?
A
Meer onderzoek doen
B
Lachgas verbieden
C
Meer voorlichting geven
D
Meer aan preventie doen

Slide 9 - Quizvraag

dit signaal- of functiewoord kondigt een conclusie aan
daarom
los daarvan is
nu ook al
bijvoorbeeld

Slide 10 - Sleepvraag

Dit signaal- of functiewoord kondigt een opsomming aan
daarom
los daarvan is 
nu ook al
bijvoorbeeld

Slide 11 - Sleepvraag

tot slot: opbouw van een alinea
Uit een grootschalig onderzoek uit de VS bleek dat in alinea's voorkeursplaatsen voor de kernzin zijn : 1e, 2e of laatste zin
De kernzin bevat de belangrijkste informatie van de alinea

Slide 12 - Tekstslide

Einde van deze les
  • - lees de theorie van hfst. 1.7 - Standpunt en argumenten en maak opdracht 2;
  • - lees de theorie van hfst. 6.1 Argumenteren - Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen en maak opdracht 1, 3, 4, 7 en 8;

Slide 13 - Tekstslide