Dinsdag 9 november

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Introductie inleven + jouw mening telt
* Personages / innerlijk-uiterlijk / leeservaringen
* Zelfstandig aan de slag
* Evaluatie leerdoel
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Introductie inleven + jouw mening telt
* Personages / innerlijk-uiterlijk / leeservaringen
* Zelfstandig aan de slag
* Evaluatie leerdoel

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?
A
objectief is gebaseerd op meningen en subjectief op feiten
B
objectief is gebaseerd op feiten en subjectief op meningen

Slide 2 - Quizvraag

Het jongetje vindt het eten niet lekker. Is dit objectief of subjectief?
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 3 - Quizvraag

Objectief of subjectief argument?
Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, want de temperatuur komt vandaag niet boven nul.
A
objectief argument
B
subjectief argument

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag
Je typeert personages, zowel innerlijk als uiterlijk.

Je beschrijft hoe personages denken, voelen handelen.

Je beschrijft de ontwikkeling van de hoofdpersoon.

Slide 5 - Tekstslide

Een schrijver kan beschrijven wat een personage:
... denkt: 'Ojee, dacht Meadow, ik kom te laat. Wat moet ik nu doen?'
... voelt: 'Omars hart klopte in zijn keel, zo zenuwachtig was hij.'
... doet: 'Tijn stootte onhandig tegen het tafeltje. Weer een blauwe plek erbij.'
... zegt: ‘"Ik ben helemaal klaar met jullie!", schreeuwde Evie.'
... en wat andere personages over hem zeggen of denken.          
In verhalen krijg je meestal niet alleen de eigenschappen van personages mee, maar ook wat ze denken, hoe ze voelen en wat ze doen (hoe ze handelen). Ook dit zegt iets over het personage. 
Is iemand een doordenker, een doemdenker of juist altijd heel optimistisch? Is de hoofdpersoon heel emotioneel, wraakzuchtig, of verliefd? Deze gevoelens bepalen mede het verhaal. 
Hetzelfde geldt voor handelingen: Is de hoofdpersoon een kluns en maakt dat het verhaal grappig? Of handelt hij als een spion en maakt dat het verhaal spannend? 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe beschrijf je het innerlijk en het uiterlijk?
Je kunt mensen op verschillende manieren beschrijven:

- karakter

- zichtbare kenmerken (het uiterlijk)

- onzichtbare kenmerken

Slide 7 - Tekstslide

Karakter
Er bestaat een heel lange, haast oneindige lijst met karaktereigenschappen. 

Je kunt het karakter van mensen niet duidelijk zien (of lezen in een verhaal). Je moet goed opletten hoe iemand doet, wat hij zegt, hoe hij zich voelt.
Dan kun je het karakter van iemand leren kennen.

Slide 8 - Tekstslide

Zichtbare kenmerken
Hierbij kun je denken aan:
gezicht / haar / lichaam / kleding / geslacht / huidskleur / leeftijd

Deze dingen helpen je om iemand beter te leren kennen. In het echte leven, of in een film, zie je al deze dingen meteen. Maar in een boek niet. Soms vertelt de schrijver hier iets over, maar niet altijd. Dan kun je zelf bedenken hoe een personage eruitziet.

Slide 9 - Tekstslide

Onzichtbare kenmerken
Sommige dingen kun je niet altijd aan iemand zien. Bijvoorbeeld uit welk land iemand komt, of wat iemands geloof is. Is iemand arm of rijk, heeft hij een ziekte? Familie, vrienden, hobby’s, favoriete muziek. Al deze dingen zijn belangrijk als je wilt weten hoe een persoon is.

Slide 10 - Tekstslide

De oude vrouw maakte zich
zorgen over haar kinderen.
A
Dit beschrijft het innerlijk van de vrouw.
B
Dit beschrijft het uiterlijk van de vrouw.

Slide 11 - Quizvraag


Als je het over iemands karakter hebt, dan heb je het over iemands...
A
Uiterlijk
B
Innerlijk

Slide 12 - Quizvraag

uiterlijk
Innerlijk
joods
sociaal
verlegen
spontaan
blozen
Knap

Slide 13 - Sleepvraag

Zelfstandig aan de slag
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 3 > Trede 13

Van het kopje fictie maken >
- inleven
- jouw mening telt!
Klaar? > werk aan je eigen doelen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht leesboek
Staat in Classroom

Inleveren woensdag 1 december

Slide 15 - Tekstslide

kenmerken
uiterlijk
Eigenschap
Karakter 
innerlijk
joods
zwarte haren
braaf
conservatief
Marokkaan
gouden tanden

Slide 16 - Sleepvraag

Je karakter zegt iets over je...
A
uiterlijk
B
innerlijk
C
uiterlijk en innerlijk

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link