In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Fijn dat je er bent!
NS1 Natuurkunde
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Je kunt een beweging vastleggen door met korte tussenpozen te fotograferen of door een stroboscopische foto te maken.
Voor een stroboscopische foto laat de fotograaf laat de sluiter van het fototoestel tijdens de hele beweging openstaan. Elke keer dat de stroboscooplamp een lichtflits geeft, wordt er een momentopname van de beweging vastgelegd. Alle opnames komen dus bij elkaar op één foto terecht.
Je kunt een aftand-tijdtabel maken aan de hand van een stroboscopische foto.
Van een afstand-tijdtabel kun je een afstand-tijddiagram maken.
Slide 2 - Tekstslide
Wat we gaan doen deze les
Lesdoel
Voorkennis
Uitleg nieuwe leerstof
Controleren
Samen oefenen
Instructie opgaven
Les samenvatten
Volgende les
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt de formule voor gemiddelde snelheid toepassen
Je kunt een gemiddelde snelheid in m/s omrekenen naar km/h
Je kunt de afstand berekenen met de formule voor gemiddelde snelheid
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je over de gemiddelde snelheid?
Slide 5 - Woordweb
H5.2 Gemiddelde snelheid
Een wielrenner die 184 kilometer in 4 uur aflegt, heeft een gemiddelde snelheid van 46 kilometer per uur (km/h). Dat betekent natuurlijk niet dat zijn snelheid de hele tijd precies 46 km/h was. Maar als hij wel voortdurend 46 km/h gereden had, zou hij dezelfde afstand (184 km) in dezelfde tijd (4 uur) hebben afgelegd.
De gemiddelde snelheid geeft vaak een goede indruk van hoe snel iemand of iets beweegt. Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen door de afgelegde afstand te delen door de benodigde tijd:
Slide 6 - Tekstslide
Gemiddelde snelheid
Als je de afstand invult in meters en de tijd in seconden, krijg je de gemiddelde snelheid in meters per seconde (m/s)
Als je de afstand invult in kilometers en de tijd in uren, krijg je de gemiddelde snelheid in kilometers per uur (km/h)
Slide 7 - Tekstslide
De familie De Ruiter vertrekt om vier uur 's ochtends en komt om vijf uur 's middags aan. Ze hebben 1100 km afgelegd. Bereken wat hun gemiddelde snelheid is.
A
110 km/h
B
85 m/s
C
85 km/h
D
110 m/s
Slide 8 - Quizvraag
Omrekenen van m/s naar km/h
Vaak is het handig om snelheden te rekenen van m/s naar km/h.
Als je 9,3 m/s omrekent, kom je uit op een snelheid van 33 km/h. Dat zegt je vast meer dan 9,9 m/s.
Om snelheden te kunnen omrekenen, moet je weten dat:
1 km = 1000 m
1 h = 60 min = 3600 s
Slide 9 - Tekstslide
Reken uit: 15 m/s = ... km/h.
Slide 10 - Open vraag
De afstand berekenen
De formule voor de gemiddelde snelheid kun je ook gebruiken om er de afstand mee te berekenen. Je schrijft de formule dan zo:
Slide 11 - Tekstslide
Instructie opgaven
Wat? Opgaven 1 tot en met 11
Hoe? Boek B, blz 21-24
Hulp? Boek B, blz 18-20
Tijd? Volgende les af
Uitkomst? Antwoorden in je schrift. Eind van de les foto in LessonUp hoe ver je bent.
Klaar? Plus opgaven + online test jezelf paragraaf 2
Slide 12 - Tekstslide
Les samenvatten
Gemiddelde snelheid = afstand : tijd
1 m/s x 3,6 = 3,6 km/h
36 km/h / 3,6 = 10 m/s
Afstand = gemiddelde snelheid x tijd
Slide 13 - Tekstslide
Hoe vond je
deze les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Poll
Laat zien hoe ver je bent met de opgaven. Stuur een foto van je antwoorden.