Klas 1 - Chapitre 2 - H

Aujourd'hui
Vocabulaire E & F
Réviser 
Grammaire H: ontkenning
Le but: 
de ontkenning gebruiken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
Vocabulaire E & F
Réviser 
Grammaire H: ontkenning
Le but: 
de ontkenning gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Zet in de goede vorm:
vous (travailler)

Slide 3 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
Je / j' (habiter)

Slide 4 - Open vraag

Zij heeft

Slide 5 - Open vraag

jij hebt

Slide 6 - Open vraag

quatre-vingt-quinze
A
65
B
75
C
85
D
95

Slide 7 - Quizvraag

l'enfant

Slide 8 - Open vraag

ik zou graag willen
A
j'ai besoin de
B
pour moi
C
j'ai soif
D
je voudrais

Slide 9 - Quizvraag

72
A
cinquante-vingt-deux
B
soixante-deux
C
cinquante-douze
D
soixante-douze

Slide 10 - Quizvraag

de tas

Slide 11 - Open vraag

De ontkenning

Slide 12 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Nederlands:

Slide 13 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Nederlands: niet / geen

Slide 14 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas

Slide 15 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas

Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter 
Je ne trouve pas le livre

Slide 16 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas

Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter 
Je ne trouve pas le livre

Ne verandert in n' voor een klinker / h

Slide 17 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas

Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter 
Je ne trouve pas le livre

Ne verandert in n' voor een klinker / h
c'est wordt
ce n'est pas

Slide 18 - Tekstslide

Il ne regarde pas la télé.
NE / N'
PAS
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 19 - Tekstslide

Maak ontkennend:
Il parle français.
A
N'il pas parle français
B
Il ne parle pas français
C
Il ne parle français pas
D
Il parle ne pas français.

Slide 20 - Quizvraag

Maak ontkennend:
je déteste le fromage

Slide 21 - Open vraag

Maak ontkennend:
il cherche la boulangerie

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video