Nederlands in het mbo

Waar denk je aan bij Nederlands op het mbo?
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij Nederlands op het mbo?

Slide 1 - Open vraag

En hoe zit het bij het Team ICT, denk je?
A
Daar oefen je Nederlands alleen in de praktijk.
B
Daar hoef je alleen nog maar de examens te doen.
C
Daar oefen je praktisch én op maat.

Slide 2 - Quizvraag

Nederlands
- gericht op je beroep als ICT'er
- uitgangspunt is wat jij (nog) nodig hebt om 
   op niveau te komen voor: lezen-luisteren, schrijven, 
   mondelinge vaardigheden 

Slide 3 - Tekstslide

Laat zien hoe je je ontwikkelt
O.a.:
- zelfstandig werken 
- initiatief tonen en zelf op onderzoek uitgaan
- samenwerken
- aan afspraken houden

Slide 4 - Tekstslide

Nederlands op niveau
- 2F, 3F of... (doorstromen naar 4F)
- vijf periodes waarin je kunt examineren voor:
- lezen-luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer?

Slide 6 - Tekstslide

Het is: ik loop, dus ook:
A
ik download
B
ik downloadt

Slide 7 - Quizvraag

Het is: zij loopt, dus ook:
A
zij gamed
B
zij gamet

Slide 8 - Quizvraag

Zij hebben elkaar...
A
geïnterviewt
B
geïnterviewd

Slide 9 - Quizvraag

Wat kan helpen als je moeite hebt met communiceren? Online, thuis, op school en straks op het werk?

Slide 10 - Open vraag

Spieken (op internet) mag...

Slide 11 - Tekstslide

Weet je het niet, googel het dan?
- kritisch zijn
- bronnen vergelijken
- feedback vragen
- docent-coach raadplegen 

Slide 12 - Tekstslide

Maanden schrijf je met een hoofdletter.
A
Klopt, net als in het Engels.
B
Fout.

Slide 13 - Quizvraag

Een zin hoort gemiddeld niet meer dan 12-15 woorden te hebben.
A
Nee, lange zinnen staan juist mooi.
B
Klopt, lezers haken snel af als zinnen te lang zijn.

Slide 14 - Quizvraag

Jongeren lezen steeds minder.
A
Dat is een vooroordeel.
B
Dat zou weleens kunnen kloppen.

Slide 15 - Quizvraag

In het mbo ligt het accent op zakelijke teksten.
A
Nee, je mag lezen en schrijven over vanalles.
B
Klopt, maar gewoon lezen en schrijven waar je zelf zin in hebt, mag steeds vaker.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide