LESDOEL: Ik weet wat vierhoeken, rechthoeken en vierkanten zijn en hooe je ze tekent.
Herhalen / vragen
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling
Wat is een kijklijn?
Wat is een kijkhoek?
Vragen over specifieke opgaven?
Slide 4 - Tekstslide
Vierhoek
Een vlak figuur met vier hoekpunten;
Aantekening
Slide 5 - Tekstslide
Vierhoek
Een vlak figuur met vier hoekpunten;
Begin linksonder, ga verder tegen de klok in;
Aantekening
Slide 6 - Tekstslide
Vierhoek
Een vlak figuur met vier hoekpunten;
Begin linksonder, ga verder tegen de klok in;
Lijnstukken AB, BC, CD en AD zijn de zijden;
Aantekening
Slide 7 - Tekstslide
Vierhoek
Een vlak figuur met vier hoekpunten;
Begin linksonder, ga verder tegen de klok in;
Lijnstukken AB, BC, CD en AD zijn de zijden;
Een Diagonaal is een lijnstuk tussen twee tegenover
elkaar liggende hoekpunten.
Aantekening
Slide 8 - Tekstslide
Rechthoek
Een vierhoek met vier rechte hoeken (90º)
Aantekening
Slide 9 - Tekstslide
Rechthoek
Een vierhoek met vier rechte hoeken (90º)
De twee lange zijden zijn evenwijdig (SR // PQ)
Aantekening
Slide 10 - Tekstslide
Rechthoek
Een vierhoek met vier rechte hoeken (90º)
De twee lange zijden zijn evenwijdig (SR // PQ)
De twee korte zijden zijn evenwijdig (PS // QR)
Aantekening
Slide 11 - Tekstslide
Vierkant
Een rechthoek waarvan alle zijden gelijk zijn
Aantekening
Slide 12 - Tekstslide
Vierkant
Een rechthoek waarvan alle zijden gelijk zijn
Oftewel:
Alle hoeken zijn 90º;
Alle zijden zijn evenlang;
De zijden die tegenover elkaar staan, zijn evenwijdig.
Aantekening
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Maak: 53 t/m 59
Klaar? Nakijken
Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt.
Slide 14 - Tekstslide
Lesdoel behaalt?
Ik weet wat vierhoeken, rechthoeken en vierkanten zijn;