1.3 - A - Revolutie in Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

 1.3 - Revolutie

in 

Nederland

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom burgers in opstand kwamen. 
  
  
• Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen en plaatsvonden vanaf 1795.

Planning

• Kritiek van de patriotten
• De Bataafse Republiek 
• Huiswerk
• Afsluiting

Koppel de gebeurtenis aan het juiste jaartal

Frankrijk wordt door buurlanden aangevallen

Napoleon komt aan de macht

Lodewijk wordt onthoofd

Frankrijk krijgt een grondwet

Bestorming van de Bastille

1789

1791

1792

1793

1799

Na de Franse Revolutie

Voor de Franse Revolutie

Denken met je verstand 

Alleen de derde stand betaalde belasting

Het volk krijgt meer invloed

Napoleon Bonaparte

Gelijke rechten voor iedereen

De koning had heel veel macht

Frankrijk is een republiek

Standenmaatschappij.

Eerste en tweede stand hoeven geen belasting te betalen

Patriottenopstand (1)

• Het gaat economisch niet goed met de Republiek. 
  
  
• Rijke families verdeelden de bestuursfuncties onderling, Nederlanders hadden weinig inspraak. 
  
  
• Stadhouder Willem V wilde zijn macht vergroten en gedroeg zich als een soort koning.  

Leerdoel 1

Patriottenopstand (2)

• Ontevreden burgers noemden zich de patriotten. 
• In 1786 verjoegen zij Willem V uit Den Haag en namen de macht over in sommige steden.
• De vrouw van Willem V riep de hulp in van haar Pruisische broer en maakte een einde aan de machtsovername van patriotten. 

Leerdoel 1

De Bataafse Republiek

• Met behulp van de Fransen keerden de patriotten terug. 
• Willem V vluchtte naar Duitsland en in 1795 stichtten de patriotten de Bataafse Republiek. 
• Invoering van het algemeen kiesrecht.

Leerdoel 2

Bataafse grondwet

• Nederland werd een eenheidsstaat, alle gemeenten en provincies vielen onder het landsbestuur (rijksoverheid).
  
  
• Er kwamen openbare scholen onder toezicht van de onderwijsinspectie.
  
  
• Vastleggen van mensenrechten en burgerrechten. 

Leerdoel 2

Aantekeningen

• Rijke families hadden de macht. Nederlanders hadden weinig inspraak. De stadhouder trok alle macht naar zich toe en gedroeg zich als een koning. 
• Nederlanders kwamen in opstand, zij noemden zich de patriotten. Met behulp van de Fransen werd de Bataafse Republiek uitgeroepen. Nederland kreeg een grondwet, werd een eenheidsstaat, er kwamen burgerrechten en openbare scholen.

Opdracht

• Noteer de volgende begrippen in je schrift:
  Patriotten, algemeen kiesrecht, eenheidsstaat, rijksoverheid en openbare scholen. 
  
  
• Omschrijf deze begrippen. (dus niet algemeen kiesrecht = kiesrecht dat algemeen is). 
  
  
• Klaar? Lees de tekst op pagina 12 en werk aan opdracht 3 en 4 op pagina 12.  

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen welke kritiek e patriotten aan het eind van de 18e eeuw hadden op de situatie in de Republiek.
  
  
• Je kunt uitleggen wat er veranderde door de Bataafse Revolutie.