4H - 203

Welkom!
Pak je spullen:
Dit lesuur:
  • Korte herhaling vorige les
  • Één extra voorbeeld over stroomsterkte en lading

  • 2.2 Afmaken
    - Korte uitleg
    - Werken aan opdrachten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je spullen:
Dit lesuur:
  • Korte herhaling vorige les
  • Één extra voorbeeld over stroomsterkte en lading

  • 2.2 Afmaken
    - Korte uitleg
    - Werken aan opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Geleiders
Isolators
Kunnen stroom goed geleiden door de vrije elektronen / geleidingselektronen

Voorbeeld: metalen, koolstof, zoutoplossingen. 

Kunnen stroom niet of bijna niet geleiden.

Voorbeeld: rubber, kunststof, glas, hout. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is elektrische stroom?
Bewegende elektronen noemen we elektrische stroom.

Stroom kan alleen ontstaan in een gesloten stroomkring.

Slide 3 - Tekstslide

Ladingsquantum
De kleinst mogelijke lading die bestaat noemen we het elementair ladingsquantum, e.
Lading van een proton = e
Lading van een elektron = -e

De waarde van e is                            C  (Coulomb). 
1,61019

Slide 4 - Tekstslide

Stroomsterkte
De hoeveelheid lading ergens per seconde doorheen loopt noemen we de stroomsterkte. 


Q = de hoeveelheid lading in Coulomb (C)
t = de tijd in seconde (s)
I = de stroomsterkte in ampère (A)
I=tQ
Binas 35D

Slide 5 - Tekstslide



Door een draad stroomt in 30 seconden een lading van 20 Coulomb. 

Wat is de stroomsterkte in deze draad?
Gegeven:
     t = 30 s               
     Q = 20 C
Gevraagd:
     Stroomsterkte, I
Formule:
      I=Q/t
Berekening:
     I=Q/t
     I= 20/30=0,666667
Antwoord"
     I = 0,67 A 
Voorbeeld 1

Slide 6 - Tekstslide



Door een draad stroomt in 30 seconden een lading van 20 Coulomb. 

Hoeveel elektronen stromen er in 30 seconden door de draad?
Gegeven/gevraagd



Berekening



Antwoord
                                  elektronen
Voorbeeld 2
aantal elektronen
1
?
lading (C)
1,61019
20
1,6101920=1,251020
1,31020

Slide 7 - Tekstslide



Door een draad stromen per minuut 
4 000 000 000 000 000 000
elektronen.

Wat is de stroomsterkte in deze draad?
Gegeven/gevraagd



Berekening




Antwoord
       0,011 A
Voorbeeld 3
aantal elektronen
1
lading (C)
?
1,61019
410181,61019=0,64C
41018
I=tQ=600,64=0,011A

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk
Maak 
221


Maak 
222

timer
1:00
Volgende keer bespreken we 
18 en 19

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk
Maak 
221


Maak 
222

timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide