practise theme 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

oefenen voor toets

Je gaat zelfstandig door de opdrachten heen.

Je oefent alle grammatica van theme 4!

Present continuous

Wanneer gebruik je de present continuous?

1. Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurd
2. Als iets in de toekomst gebeurd
3. Als iets nu aan de gang is.
4. Als iets in het verleden gebeurd.

Present continuous 

Gebruik:

• iets is nu aan de gang
• iemand is nu iets aan het doen

I am explaining the present continuous.  

You are making notes.  

She is listening to the teacher.  

Present continuous 

Vorm:

1. vorm van 'to be': am / are / is

2. werkwoord

3. + -ing

I am doing the dishes right now.

My parents are watching TV.

Verkorte vorm: I'm doing / She's listening / We're watching

Present continuous 

Spellingsregels:

• Eindigt het werkwoord op een -e, dan valt de -e weg

(to have)     I am having lunch.

(to give)   He is giving us homework.

• Werkwoord van 1 lettergreep met een korte klinker (a, e, i, o, u), verdubbel dan de medeklinker

(to put)     We are putting sugar in his tea.

(to run)   She is running a marathon.

Present Continuous Quiz

Select the right answer to make a correct "Present Continuous" sentence.

Vul in:
Willem _______ (write) at the moment.

1. writes
2. is writing
3. writed
4. wrote

Vul in:
"What are you doing?"
"I ______ (do) my homework"

1. do
2. does
3. am doing
4. did

www.englishclub.com

first-english.org

lidwoord

a    /     an /    the  /    of helemaal geen lidwoord

Articles

In het Nederlands: lidwoorden.

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the. 

Wanneer je in het Nederlands een voor een znw zet, gebruik je in het Engels a of an. 

Lidwoord a/an

an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer

an apple            an Englishman          an answer

 

Let op!

De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je a.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of - h -> dan gebruik je an.

 

Voorbeelden

an hour  (je hoort our)

an honor (je hoort onour)

a university (je hoort juniversity)

a uniform (je hoort juniform)

a European (je hoort jeuropean)

a of an?
..... dog

1. a
2. an

a of an?
..... banana

1. a
2. an

a of an?
.... artwork

1. a
2. an

a of an?
..... house

1. a
2. an

a of an?
.... apple

1. a
2. an

a of an?
.... uniform

1. a
2. an

a of an?
.... ear

1. a
2. an

a of an?
.... hour

1. a
2. an

a of an?
.... university

1. a
2. an

Lidwoord a/an

a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher           a bycicle

a car                  a door               a room

 

www.englisch-hilfen.de

www.englisch-hilfen.de

guidetogrammar.org

imperative

gebiedende wijs 

(bijvoorbeeld: doe de deur dicht, kijk naar rechts, etc)

www.englisch-hilfen.de

www.englisch-hilfen.de

Klaar?

- je mag nog onderdelen oefenen die je wellicht lastig vindt.

Vraag mij (je docent) om hulp.

- je mag ook verder gaan met het leren van de stones en/of woorden van theme 4 (dit kan online met slim stampen).