2.3 Spieren

Welkom!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

2.3 Spieren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Werking spieren

Spieren --> cellen
Deze noem je --> Spiervezels
Groep spiervezels --> Spierbundel

Slide 6 - Tekstslide

Bouw spier
  • Cellen in spieren noem je spiervezels. 
  • Een groepje spiervezels noem je een spierbundel.
  • Om de bundel -> bundelvlies
  • De spieren zitten met pezen vast aan de botten 

Slide 7 - Tekstslide

Pezen
Spieren zitten vast aan botten met pezen. (uiteinden van bundelvliezen)

De plek waar de spier aan het bot vastzit = Aanhechtingsplaats

Slide 8 - Tekstslide

Hoe werken spieren?
  • Spiervezels worden korter als ze samentrekken
  • Daardoor wordt de spier korter
  • Hoe meer spiervezels samentrekken, hoe meer kracht de spier levert!

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Bestudeer de tekst + bronnen (2.3)
  • Maak opdracht 1 t/m 5 (6) van 2.3

Slide 10 - Tekstslide

Welkom!

Slide 11 - Tekstslide

Deel 2
Eerst een terugblik!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Spieren werken samen!
Buigspieren & strekspieren
Antagonisten

Slide 14 - Tekstslide

Hoe buig en strek je je arm?
Arm buigen --> armbuigspier
Arm strekken --> armstrekspier

Slide 15 - Tekstslide

Armbuigspier 
 

Arm buigen: Kort en dikker
Arm strekken: Lang en smaller
armbuigspier
(biceps)

Slide 16 - Tekstslide

Armstrekspier


Arm buigen: Lang en dun
Arm strekken: Korter en dikker
armstrekspier
(triceps)

Slide 17 - Tekstslide

Antagonisten
  • Antagonisten maken een tegengestelde beweging mogelijk
  • Een spier kan alleen kracht leveren bij samentrekken. Ze kunnen niét duwen
  • Bij elke beweging heb je een antagonist nodig

Slide 18 - Tekstslide

Video
(0.19-3.30)
(4.38-7.16)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aan de slag!
Opdracht 4, 5, 8, 10, 11, 12 (V)
4 t/m 6 + 9, 12, 13, 14 (HV)

Slide 21 - Tekstslide

Welkom!
Pak alvast je boek, je schrift en een pen

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn
  • Je kunt beschrijven hoe de hartspier werkt
  • Je kunt uitleggen hoe kring- en lengtespieren samenwerken

Slide 23 - Tekstslide

Welke spieren worden niet moe?

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk het nu volgende filmpje
Hierna volgen enkele vragen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Beantwoord de volgende vragen
  1. Hoe komt het dat de hartspier niet moe wordt?
  2. Leg uit wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.
  3. Wat zijn antagonisten? Geef een voorbeeld.

Slide 27 - Tekstslide

Kring- en lengtespieren
Bv. in slokdarm, maag, darmen
Als kringspieren samentrekken -->
smaller
Als lengtespieren samentrekken-->
korter en breder

Slide 28 - Tekstslide

Spierweefsel (V)

Dwarsgestreept:  sterk, worden wel moe (skelet)
Hartspierweefsel:  onderling verbonden als in een net
Glad spierweefsel:  kring- en lengtespieren (verterings organen)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Zelf doen
Opdracht 13 t/m 18

Slide 31 - Tekstslide