Les 6: Afmaken en herhalen paragraaf 1+2

Welkom KM1A  
Ga op je nieuwe vaste plek zitten, er zijn wat wijzigingen! 
RAAM RAAM RAAM RAAM RAAM

BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD docent docent docent
Quinn Yigit 

Britt Xara

Jort V. Mike

Finn Stefan 

Jort W. Jermaine



Ahmed Colin

Ella Kayleigh :-)

Sam Luka 

Mysha Tuana
Jo-Ann Alexandria

Michelle Sama

Nica Aylin

Robin Isa

Kim Lisanne




Muur muur muur muur
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom KM1A  
Ga op je nieuwe vaste plek zitten, er zijn wat wijzigingen! 
RAAM RAAM RAAM RAAM RAAM

BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD docent docent docent
Quinn Yigit 

Britt Xara

Jort V. Mike

Finn Stefan 

Jort W. Jermaine



Ahmed Colin

Ella Kayleigh :-)

Sam Luka 

Mysha Tuana
Jo-Ann Alexandria

Michelle Sama

Nica Aylin

Robin Isa

Kim Lisanne




Muur muur muur muur

Slide 1 - Tekstslide

Welkom KH1C
Ga op je nieuwe vaste plek zitten, er zijn wat wijzigingen! 
RAAM RAAM RAAM RAAM RAAM

BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD docent docent docent
Loïs Feline

Julia Elise

Anton Iwan

Romy Leonora

Henk Jarno

Rangi Tygo
Eva Merle

Joey Sascha

Lana Maud

Janoa
Max Brent

Manon Regelain

Noah Kai 

Esmee Josphine

Kick Jelmer

Alexander Collin

Muur muur muur muur

Slide 2 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Leerdoelen
- Je weet wat de verschillen tussen het stadscentrum en de buitenwijken zijn. 
- Je weet wat het verschil is tussen in- en uitzoomen
- Je kunt benoemen wat de vijf schaalniveaus zijn
- Je weet wat een plattegrond is 

Slide 3 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Wat gaan we doen vandaag?
- Oefening over de vorige les 
- Afmaken paragraaf 2 / nakijken
- Mindmap invullen
- Mindmap bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Pak je aantekeningenschrift
Jullie krijgen zometeen op het bord vijf stellingen te zien over paragraaf 2. Sommige van deze uitspraken zijn juist... maar er zitten ook een aantal foute uitspraken bij! Ga jij ze vinden? 

Schrijf alvast in je schrift de getallen 1t/m 4 onder elkaar. Schrijf er.. als de opdracht op het bord staat.. juist of onjuist achter. Maar.. houdt je antwoord wel nog even geheim voor je andere klasgenootjes. 

Slide 5 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
In ZS 
Schrijf alvast in je schrift de getallen 1t/m 5 onder elkaar. Schrijf er juist of onjuist achter. Dit doe je zelfstandig en in stilte. 
1. Op een kaart staat soms een noordpijl. Als er geen noordpijl staan, dan is de bovenkant van de kaart het noorden. 
2. Een schaal van 1:50 000 000 is in de werkelijkheid 1,5km. 
3. In een buitenwijk vind je vooral wolkenkrabbers van meer dan 200m. hoog!
4. Op een kaart met een lokale schaal zie je niet maar één stad. 

Slide 6 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Aan de slag - ZF (Fluisteren met je duo)
Er zijn zo twee routes die je kunt bewandelen: 
Route 1: de 'oeps ik was ziek of vergeten' route: 

- Je maakt alle opgaven van paragraaf 1 + 2 af
Route 2: de 'Ik ben lekker klaar' route: 

- 1 Persoon bij mijn bureau
- Je laat je WB zien
- Je kan gaan nakijken.

Slide 7 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Aan de slag - ZF (Fluisteren met je duo)
Volgende week heb je een SO.. hoe kan je dit leren? 
Methode 1: Je maakt een mindmap. Een mindmap is een fantastisch hulpmiddel om beter te onthouden en beter te presenteren. Met andere woorden: voor het leren is een mindmap onmisbaar. Een mindmap helpt gedachten te ordenen en de aandacht te richten op belangrijke zaken. Op deze manier kunnen hoofd- en bijzaken makkelijker worden onderscheiden.

Slide 8 - Tekstslide

Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen. 
Aan de slag - ZF (Fluisteren met je duo)
Wat ga je doen? 
Je maakt de uitgedeelde mindmap af. 

Dat kan op twee manieren:
- Je doet dit zonder je boek te gebruiken om te kijken wat je al weet
- Je gebruikt je boek om informatie op te zoeken. 

Maak er tekeningen bij om je verhaal te ondersteunen! 

Slide 9 - Tekstslide