Les 5: Kraamzorg/ Verzorging van de baby en persoonlijk gesprek

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Les 5: Kraamzorg/ Verzorging van de baby en een persoonlijk gesprek

Lesdoel:

Aan het einde van de les kan de leerling vertellen:

-Wat het werk als kraamverzorgende inhoudt

-Hoe moet je persoonlijke gesprekken voeren

-Wensen en behoeften achterhalen van de kraamvrouw

-Hoe de babyuitzet eruit ziet (wat moet je allemaal aanschaffen)

Kraamzorg

In deze les ga je kort de theorie doorlopen zoals deze in de methode staat beschreven.

Waarom moet je gesprekken kunnen voeren binnen de kraamzorg, wat is belangrijk?

De opdrachten in het boek gaan over de kraamzorg. Wat is kraamzorg?

1. Zorg die tijdens en na de bevalling word gegeven door een kraamverzorgster.
2. Iemand die bij je thuis komt schoon maken.
3. Zorg voor kinderen die naar de opvang komen.
4. Zorg voor jonge vaders.

Kraamverzorgende 

* Assistentie bij de bevalling

* Verzorging en controle van de kraamvrouw

* Verzorging en controle van de baby

* Voorlichting en instructie

* Observeren, signaleren en rapporteren

* Waarborg hygiëne

Overige taken kraamverzorgende: 

* Evt. opvang van huisgenoten of aanwezige kinderen

* Licht huishoudelijke werkzaamheden, afhankelijk van welke vorm zorg er wordt afgenomen

 Een persoonlijk gesprek

Werken in de thuiszorg betekent dat je bij de clienten thuis komt. Je verzorgt iemandin zijn eigen vertrouwde omgeving. Het is voor het gezin spannend wie hen komt helpen of verzorgen. Daarom is het heel belangrijk dat jij goed communiceert. De gezindsleden moeten zich op hun gemak voelen bij jou.

Gesprekken voeren:

• Kijk de ander aan.
  
• Let op de reactie van de ander.
  
• Let ook op de houding van iemand, dus op wat hij uitstraalt.
  
• Luister naar de persoon en laat hem uitpraten.
  
• Houd in de gaten of iemand wel wil praten.
  
• Zorg ervoor dat je belangstelling echt is. Iemand merkt aan je houding of je maar doet alsof.
  
• Als je zelf praat, spreek dan beschaafd Nederlands (tenzij dialect echt de gewoonte is).
  

Sluit een gesprek af. Loop niet zomaar weg.

En de laatste regel:

Informatie uit persoonlijke gesprekken kan vertrouwelijk zijn. Ga er netjes mee om.

Opdracht 1 (methode)

Maak nu opdracht 1. Lees goed de theorie door.

Wat moeten ouders aanschaffen (Baby uitzet)/ verzorging van de baby

Babyuitzet

Meubels

• Stevig
• Stevig staan en niet kunnen omvallen
• Er mag geen giftige verf op aangebracht zijn.

De beste meubels zijn stevig, praktisch en goed schoon te maken.

Babykleertjes

Deze moeten:

- goed wasbaar zijn;

- een veilige sluiting hebben, dat wil zeggen
geen losse koordjes of strikjes hebben;

- mee rekken

- goed vocht kunnen opnemen
 en van ventilerend materiaal zijn (katoen)

Luiers

Vierkante katoenen luier  (goedkoopste)

-  zelf in de juiste vorm vouwen. 

- worden gewassen
 en opnieuw gebruikt. 

Voorgevormde katoenen luier: de broekluier
(Iets duurder)

- met klittenband of drukknopen dichtmaken.

- Er zijn verschillende modellen
- zelf wassen of leasen via
 de luierwascentrale.

Wegwerpluier (duurste)

- celstof 
- één keer gebruiken

- gemakkelijke maar dure manier 
- niet alle kinderen verdragen de wegwerpluier. 

2400 luiers per kind per jaar nodig.

Nageltjes knippen

De nageltjes knip je met een speciaal afgerond babynagelschaartje. Dit is rond zodat je de baby niet bezeert als hij/ zich beweegt tijdens het knippen.

Wiegendood

Het komt voor dat een baby rustig ligt te slapen en als de ouders weer gaan kijken, blijkt het kindje te zijn overleden.

Er is geen duidelijke oorzaak te zien.
- Het blijkt dat sommige baby’s ophouden met ademhalen. Ze zijn soms zwakker dan andere baby’s of hadden een lager geboortegewicht.

Om de kans op wiegendood te voorkomen krijgen ouders de volgende adviezen:

- Laat de baby liever niet op zijn buik slapen; hij moet dan zijn eigen gebruikte lucht opnieuw inademen.

- Gebruik geen dekbedje waar het kind onder kan komen, maar een gewatteerde trappelzak of een katoenen dekentje.

- Kleed de baby niet te warm aan. Dit voorkomt warmtestuwing.

- Rook niet tijdens de zwangerschap

- Drink niet te veel koffie en cola

- Gebruik geen drugs.

Opdracht 3: Waarbij kun jij ondersteunen?

Als kraamverzorgende ondersteun je de kraamvrouw (de moeder) maar ook de andere leden van het gezin. Bij welke taken kun jij het gezind ondersteunen?

Maak opdracht 3 (lees goed de opdracht door.

Opdracht 4: Advies over borstvoeding (Classroom)

In het ziekenhujis is de moeder al gestart met het geven van borstvoeding. Wouter (de baby) wil graag drinken maar is erg onrustig het aanleggen gaat hierdoor moeizaam en kost het voeden erg veel tijd.

Maak opdracht 4: Advies over borstvoeding (Classroom)

Zoek op internet naar tips en adviezen over borstvoeding.