Verstoord denken kan verschillende vormen hebben. Er kan sprake zijn van een verstoring in hoe iemand denkt (bijvoorbeeld totaal onlogisch) en in wat iemand denkt. In het eerste geval spreek je van een formele denkstoornis, in het laatste geval spreek je van een waan of waandenkbeeld.
Bij een formele denkstoornis is de vorm van het denken verstoord. Er is sprake van verward denken.
Verward denken merk je wanneer je in gesprek bent met de cliënt. Je kunt hem niet meer volgen. De cliënt denkt en praat te snel en te onsamenhangend, heeft onnavolgbare associaties of slaagt er niet in om zijn gedachten in taal om te zetten. De cliënt gebruikt bijvoorbeeld allemaal niet-bestaande woorden, of kent nieuwe betekenissen toe aan wel bestaande woorden. Ook andere varianten, zoals het napraten van anderen, zichzelf steeds herhalen en wijdlopigheid komen voor.