Inleiding

Staatsrecht- Inleiding
Staatsrecht- Inleiding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Staatsrecht- Inleiding
Staatsrecht- Inleiding

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Na deze les kun je:

  • Uitleggen wat verkiezingen te maken hebben met democratie.
  • Uitleggen wat actief en passief kiesrecht is.
  • De procedure bij de verkiezingen beschrijven.
  • De rol van politieke partijen beschrijven
  • Beschrijven wat Kamerzetels zijn en wat een kiesdeler is.
  • De verschillende kiesstelsels beschrijven.

















Slide 2 - Tekstslide

Staatsrecht wat is dat?

Slide 3 - Woordweb

Wat regelt het staatsrecht?

Staatsrecht=

-de organisatie van de overheid
-de bevoegdheden van de overheid

- verhouding tussen burgers en overheid


Welke wet? Voornamelijk de Grondwet

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Democratie

=burgers
hebben invloed op de manier
waarop het
land wordt
bestuurd
d.m.v.
volksvertegenwoordiging

Hoe? => Door elke vier jaar verkiezingen

Artikel 4 Gw: actief en passief kiesrecht


Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken democratische verkiezingen

Vrij


Geheim

Algemeen

•Tijdelijk


Slide 7 - Tekstslide

Welke Kamer kiezen wij direct door middel van de landelijke verkiezingen?
A
De Staten-Generaal
B
De Tweede Kamer
C
De Eerste Kamer
D
De regering

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel zetels heeft de Tweede Kamer
A
100
B
75
C
120
D
150

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer is het vrouwenkiesrecht in Nederland ingevoerd?
A
1817
B
2005
C
1805
D
1917

Slide 10 - Quizvraag

Politieke partij

Slide 11 - Woordweb

Politieke partijen

= organisatie
van leden met een gezamenlijke visie op het landsbestuur / rol van de overheid=>
d.m.v.
verkiezingsprogramma


Wat doen ze? => ze leveren de
kandidaten voor de verkiezingen=> o.a. lijsttrekker, voorkeursstemmen


Slide 12 - Tekstslide

Wat is een verkiezingsprogramma?
A
Het programma waaruit je kan kiezen bij de bioscoop
B
De lijst met kandidaten tijdens de verkiezingen
C
De plannen van een partij voor de aankomende jaren
D
Een menukaart in een restaurant

Slide 13 - Quizvraag

Vier stromingen

1.Liberalen; weinig overheidsinvloed => VVD, D66, GroenLink
2.Socialisten; veel overheidsinvloed => SP, PvdA

3.Christendemocraten; middenin => CDA, CU

4.Populisten; buitenstaanders => PVV

Slide 14 - Tekstslide

Uitslag en dan?





Stemmen worden geteld en op grond van de kiesdeler aan partijen toegekend


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat is de kiesdeler?
Aantal uitgebrachte stemmen 8.850.000
A
60000
B
30000
C
59000
D
29000

Slide 17 - Quizvraag

Verschillende stelsels

Meerderheidsstelsel/ districtenstelsel= alleen kandidaten van de winnende
partij
komen in Kamer

Voordeel:
- ook kleinere partijen hebben kans op Kamerzetel
- Kamer is betere afspiegeling van de verhoudingen in ons land
Nadeel:
- band tussen kiezer en partij is minder groot



Slide 18 - Tekstslide

Verschillende stelsels

•Stelsel van evenredige vertegenwoordiging= alle stemmen die een partij
haalt in het gehele land worden bij elkaar opgeteld.


Voordeel:
- ook kleinere partijen hebben kans op Kamerzetel
- Kamer is betere afspiegeling van de verhoudingen in ons land
Nadeel:
- band tussen kiezer en partij is minder groot

Slide 19 - Tekstslide

Welk kiesstelsel heeft Nederland
A
Meerderheidsstelsel
B
Districtenstelsel
C
Stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Slide 20 - Quizvraag