Irregular verbs

Irregular verbs

to have - ……. - had
A
had
B
hadded
C
haved
D
haven
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Irregular verbs

to have - ……. - had
A
had
B
hadded
C
haved
D
haven

Slide 1 - Quizvraag

Irregular verbs

to think - thought - ...
A
thinked
B
thanked
C
thought
D
tought

Slide 2 - Quizvraag

voltooid deelwoord van
To dig
A
digged
B
dog
C
dug

Slide 3 - Quizvraag

voltooid deelwoord van
To fall
A
fell
B
fallen
C
falt

Slide 4 - Quizvraag

past simple van
to bet
A
bet
B
but
C
bit

Slide 5 - Quizvraag

past simple van
to catch
A
catched
B
cought
C
caught

Slide 6 - Quizvraag

past simple of
to flee
A
fleed
B
fled
C
flight

Slide 7 - Quizvraag

Voltooid deelwoord van
to find
A
found
B
founded
C
finded

Slide 8 - Quizvraag

..... - grew - grown
(groeien)
A
grew
B
grow
C
grown
D
gry

Slide 9 - Quizvraag

..... - held - held
(vasthouden)

Slide 10 - Open vraag

feel - ..... - felt
(voelen)
A
fall
B
fallen
C
fell
D
felt

Slide 11 - Quizvraag

eat - ..... - eaten
(eten)
A
ate
B
ated
C
eated
D
eats

Slide 12 - Quizvraag

find - ..... - found
(vinden)
A
find
B
finded
C
found
D
founded

Slide 13 - Quizvraag

fight - fought - .....
(vechten)
A
fought
B
foughted
C
fight
D
fighted

Slide 14 - Quizvraag

hide
forbid
flee
feed
forget
hid
hid
forbade
forbidden
fled
fled
fed
fed
forgot
forgotten

Slide 15 - Sleepvraag

drive - ..... - driven
(rijden)
A
drive
B
drived
C
drove
D
driven

Slide 16 - Quizvraag

give - ..... - given
(geven)
A
give
B
gived
C
gaven
D
gave

Slide 17 - Quizvraag

eat - ..... - eaten
(eten)

Slide 18 - Open vraag

Vul het hele werkwoord in
To _____ - bit- bitten- bijten

Slide 19 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in
To come - came - ______- komen

Slide 20 - Open vraag

Vul het hele werkwoord in
To _____ - drew- drawn - tekenen

Slide 21 - Open vraag