5.2 deel 2

5.2 deel 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

5.2 deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
3 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 5 - Is er werk voor jou?
Exameneenheid arbeid en productie

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Hoofdstuk 5
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
- De 4 productiesectoren benoemen en hier een voorbeeld bij noemen
- Kan je uitleggen wat een arbeidsverdeling inhoudt
- Kan je de 4 ondernemingsvormen benoemen

Slide 4 - Tekstslide

Noem de 4 productiesectoren

Slide 5 - Open vraag

Productiesectoren

Slide 6 - Tekstslide

Productiesectoren

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsverdeling
  • Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (taken)
  • Een voorbeeld van arbeidsverdeling op school: leraren geven les en conciërges ruimen op

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een voordeel het verdelen van arbeid in een bedrijf?

Slide 9 - Open vraag

Ondernemingsvorm
Als je zelfstandig ondernemer bent, moet je een ondernemingsvorm kiezen.
Veel voorkomende ondernemingsvormen zijn:
  • Eenmanszaak
  • Vof (vennootschap onder firma)
  • Nv (= naamloze vennootschap)
  • Bv (= besloten vennootschap)
  • Stichting



Slide 10 - Tekstslide

Eenmanszaak
  • In een eenmanszaak is één persoon de eigenaar, maar die kan wel personeel in dienst hebben. 
  • Als een eenmanszaak schulden heeft, moet de eigenaar die desnoods met zijn privégeld afbetalen.
  • Een zzp’er kiest meestal voor een eenmanszaak als ondernemingsvorm.


Slide 11 - Tekstslide

Vof (Vennootschap onder Firma)
  • ondernemingsvorm waarbij meer eigenaren samen de leiding hebben. 
  • De eigenaren heten vennoten of firmanten.
  • Met een vof kun je samen meer eigen geld in de zaak steken. 
  • Ook kun je de taken verdelen en gebruikmaken van elkaars sterke kanten. En als een van de vennoten ziek wordt, gaat het bedrijf toch door.
  • Ook de eigenaren van een vof lopen het risico dat ze schulden van het bedrijf met hun privégeld moeten afbetalen.


Slide 12 - Tekstslide

Naamloze Vennootschap (NV)
  • heeft aandeelhouders als eigenaren. 
  • Iedereen kan aandelen kopen. 
  • Als het goed gaat met het bedrijf, kunnen aandelen meer waard worden. De aandeelhouders hebben recht op de winst. Dividend is de winst die aan aandeelhouders wordt uitgekeerd.
  • In een nv geeft een directeur leiding aan de onderneming. De directeur is werknemer van de nv en ontvangt een salaris.
  • Als een nv failliet gaat, zijn de eigenaren het geld van hun aandeel kwijt. Met hun privégeld lopen ze geen risico.


Slide 13 - Tekstslide

Besloten Vennootschap (BV)
  • lijkt op de nv. Alleen kan niet zomaar iedereen er aandelen van kopen. 
  • Soms heeft een bv maar één aandeelhouder. 
  • Die is dan meestal tegelijk directeur van zijn eigen bv.
  • Als een bv failliet gaat, zijn de eigenaren het geld van hun aandeel kwijt. Met hun privégeld lopen ze geen risico.

Slide 14 - Tekstslide

Stichting
  • Een stichting is een instelling die opgericht is om een bepaald doel te verwezenlijken. 
  • Daarvoor krijgt een stichting meestal donaties of subsidie.
  • Een stichting wordt geleid door een bestuur. 
  • Bestuursleden mogen zelf niet aan de stichting verdienen. Als de stichting geld overhoudt, mag dat alleen gebruikt worden voor het doel van de stichting.
  • Voor het uitvoeren van alle taken kan de stichting wel werknemers in dienst nemen.


Slide 15 - Tekstslide

Inkomstenbelasting
  • Voor de eigenaars van een eenmanszaak en vof is de winst hun inkomen.
  • Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen.
  • In een vof spreken de vennoten af hoe zij de winst verdelen.
  • Als hun bedrijf schulden heeft, zijn de eigenaars van een eenmanszaak en een vof ook met hun privévermogen aansprakelijk.

Slide 16 - Tekstslide

Vennootschapsbelasting
  • Bv’s en nv’s betalen over hun winst vennootschapsbelasting.
  • De winst die overblijft, kan de bv of nv als dividend uitkeren aan de aandeelhouders. Ook kan de winst gebruikt worden voor nieuwe investeringen of het aflossen van schulden.
  • Als bv’s en nv’s meer geld nodig hebben, kunnen ze nieuwe aandelen uitbrengen.


Slide 17 - Tekstslide

Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VoF
BV
NV
Eigenaar

directeur (1 persoon)
vennoten (meerdere personen)
aandeelhouders
aandeelhouders
Aansprakelijk
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
bedrijf, alleen inleg aandeel (verkopen / kopen alleen met toestemming)
bedrijf, alleen inleg aandeel (iedereen mag verkopen / kopen op de beurs)
Voordeel
- zelf baas
- alle winst voor jezelf
- taken verdelen
- vervanger bij ziekte
- meer geld
- niet privé aansprakelijk

- niet privé aansprakelijk

Nadeel
- privé aansprakelijk
- geen vervanger bij ziekte
- privé aansprakelijk
- winst moet je delen
- winst moet je delen
- winst moet je delen
Belasting
Inkomsten belasting
Inkomsten belasting
Vennootschapbelasting
Vennootschaps-
belasting

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Afmaken paragraaf 5.2
Klaar? Nakijken!
Klaar? Oefenopgave 5.2

Slide 19 - Tekstslide