In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
N E D E R L A N D S
Welkom 2AHA!
Voorbereiding les:
- Materiaal op tafel
- Zitten volgens plattegrond
- Inloggen LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Schrijven en Formuleren - Recensie
1. Wat gaan we de komende periode doen?
2. Mening geven: hoe doe je dat?
3. Introductie: jongerentaal
4. Tekst lezen
5. Opdracht: mening geven
6. Antwoorden vergelijken
7. Opdracht straattaal
8. Tijd over? Mediatheek?
Slide 2 - Tekstslide
Komende lessen
Werken aan schrijfvaardigheid
Leesboek iedere les mee
Mening leren geven
Recensie schrijven
SO Formuleren
Slide 3 - Tekstslide
Zo breng je je mening goed onder woorden
Wees duidelijk en precies. Gebruik liever geen woorden als 'leuk' of 'stom'.
Onderbouw je mening met feiten en geef voorbeelden.
Spreek rustig en beheerst.
Leg duidelijk uit hoe je je voelt over een bepaald onderwerp.
Mening geven
Slide 4 - Tekstslide
Zo reageer je goed op een mening van een ander
Luister goed en stel controlevragen om te checken of je de ander goed hebt begrepen.
Ga in op wat de ander heeft gezegd, voordat je je eigen mening geeft.
Blijf beleefd: laat de ander uitspreken en let op je toon.
Mening geven
Slide 5 - Tekstslide
Waar denk je aan bij jongerentaal?
Slide 6 - Woordweb
Wat vind je ervan dat volwassenen/ouderen jongerentaal gebruiken?
Slide 7 - Woordweb
Wat zijn op dit moment populaire woorden/uitspraken in jullie omgeving?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Tekst Lezen
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
Werk in tweetallen. Jullie zitten rondom het vel papier en beantwoorden beide voor jezelf de vraag in het vak voor je. Je mag met elkaar overleggen en discussiëren. Let ook op onderbouwing.
Formuleer uiteindelijk één mening in het midden van het papier.
timer
5:00
Slide 11 - Tekstslide
Jongerentaal moet verboden worden.
Eens
Oneens
Slide 12 - Poll
Antwoorden vergelijken!
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht
Werk in tweetallen. Jullie gaan samen een gesprekje in straattaal noteren. Zoek eventueel in een straattaalwoordenboek woorden op die jullie kunnen gebruiken. Noteer sameneen dialoog van 50-75 woordenwaarin je deze woorden gebruikt.