H2 1.5 M2 6.4

timer
2:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Verdeling tijd.
  • Elk deel heeft een half uur.
  • Wo start Havo, Vr start Mavo.
  • Als ik uitleg aan één deel van de klas werkt de andere groep zelfstandig. Je overlegt dus ook niet! 
  • Havo start nu met H1.5 of H1.6. Woensdag 16-10 hebben jullie de toets van H1.1 t/m H1.4!
  • Mavo heeft die dag een toets van H6.1 tm 6.4.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les.
  • Huiswerk controleren.
  • Uitleg 1.3 en 1.4
  • Werken.

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord zoek ik?

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken.
  • Paragraaf 6.3 .
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen dat de nieuwe ideeën over vrijheid en gelijkheid pas na enige tijd zorgden voor afschaffing van de slavernij in de koloniën.
  • Je kunt uitleggen waarom burgers ontevreden waren over het bestuur van de Republiek.  

Slide 6 - Tekstslide

Gelijkheid?
  • Europese landen hadden koloniën .
  •  Ook Frankrijk had koloniën, zoals Haïti. 
  • In 1791 kwamen de slaven daar in opstand, en hadden succes.
  • Tijdens de Franse Revolutie was slavernij in Frankrijk verboden.

Slide 7 - Tekstslide

Gelijkheid?
Einde slavernij:
  • Slaven zorgden voor veel inkomen.
  • Andere Europese landen schaffen de slavernij veel later af.
  • Groot Brittannië maakt in 1807 slavenhandel verboden. En schaft de slavernij in 1833 helemaal af.
  • Nederland schaft de slavernij pas in 1863 af, als laatste West Europees land.

Slide 8 - Tekstslide

De Republiek
  • Nederland was een republiek.
  • Een kleine groep rijke families had veel macht. Dit waren de regenten.
  • Er was geen koning, wel een stadhouder, maar deze gedroeg zich wel als een koning. 

Slide 9 - Tekstslide

De republiek
  • De economie groeit niet meer. Er is armoede en werkeloosheid.
  • Mensen zijn ontevreden over de regetenten en de stadhouder.
  • Joan Derk van der Capellen schrijft een oproep om tegen de stadhouder in te gaan.
  • Burgers gaan dit doen en noemen zich patriotten.  

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk

Werk zelfstandig.

  • 6.4 vraag 1 t/m 6 af.

Slide 11 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les.
  • Huiswerk controleren.
  • Uitleg 1.5 en 1.6 

Slide 12 - Tekstslide

Het Leids ontzet
  • Wat heeft deze clip te maken met het onderwerp?
  • Wie bevrijdt Leiden?

Slide 13 - Tekstslide

Oorzaak, gevolg 
en aanleiding

Slide 14 - Tekstslide

Waarom?
  • Historici vragen zich niet alleen af wat er in het verleden gebeurde, maar ook waarom dingen gebeurden.

  • Hiervoor kun je een vraag gebruiken die begint met: "Waardoor...?"

  • Als je bezig bent met het beantwoorden van deze waardoor-vraag, dan zoek je naar oorzaken.

Slide 15 - Tekstslide


Voorbeeld


  • Hans is te laat op school, omdat hij een lekke band kreeg.
  • Waardoor kreeg hij een lekke band?
  • Hij kreeg een lekke band, doordat hij door glas was gefietst.
  • Aan het woord 'doordat' kun je de oorzaak herkennen.

Slide 16 - Tekstslide

Met welk woord kun je het beste een vraag beginnen om de oorzaak te vinden?
A
Waarom
B
Waardoor
C
Waarmee
D
Doordat

Slide 17 - Quizvraag

Met welk woord kun je de oorzaak (meestal) herkennen?
A
Waarom
B
Waardoor
C
Waarmee
D
Doordat

Slide 18 - Quizvraag


Gevolgen

  • De ene gebeurtenis zorgt weer voor andere gebeurtenissen.
  • Dat zijn gevolgen
  • Doordat Hans een lekke band had, kwam hij te laat in de les. Het gevolg was dat hij een deel van de geschiedenisles had gemist.
  • Oorzaak⇒gevolg(en)



Slide 19 - Tekstslide


Een voorbeeld bij geschiedenis

  • Oorzaak: de klimaatsverandering na de laatste IJstijd.
  • Gevolg 1: het werd warmer en droger
  • Gevolg 2: mensen konden niet meer goed leven als jager-verzamelaars
  • Gevolg 3: mensen zochten naar andere middelen van bestaan, zoals de landbouw



Slide 20 - Tekstslide


De aanleiding

  • Een gebeurtenis kan meerdere oorzaken hebben.
  • Meestal is er daarvan één de directe oorzaak: 'de druppel die de emmer doet overlopen'
  • Het herkennen van de belangrijkste oorzaak van een gebeurtenis, is soms moeilijk. Maar de aanleiding is vaak duidelijk.




Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
  • Paragraaf 1.5 af 

Slide 22 - Tekstslide