Gebruik bron 2 en de vier uitspraken (A-D).
(Noteer de letters van de uitspraken die goed bij de bron passen.
A De Amerikaanse regering was omstreeks 1950 voorstander van Europese samenwerking. B De Marshallhulp richtte zich vooral op landen in West-Europa. CDoor samenwerking zouden landen zich beter beschermen tegen communistische invloed. D Groot--Brittannië was omstreeks 1950 voorstander van Europese integratie.