2.2

• Middelbare school

Planning

Nakijken 2.1

Uitleg + lezen 

Aan de slag 

LB: blz. 25

WB: blz. 23

Wat leren we dit hoofdstuk?

Waarom heeft Europa op een klein oppervlak zo veel verschillende natuurlandschappen? 

2.1. Hoe zijn de alpen ontstaan? 

2.2. Hoe zorgen gletsjers voor de afbraak en de opbouw van een landschap? 

2.3. Wat gebeurt er in de midden- en benedenloop van een rivier?

2.4. Wat zijn de verschillen tussen aanslibbings- en afbraakkusten?

Exogene- & endogene krachten

Endogene krachten - kracht die van binnenaf de aardkorst verandert. -> Ontstaan alpen. 

Exogene krachten - Kracht die van buitenaf de aardkorst verandert. ->  Afbrokkelen alpen. 

Verwering of erosie

Verwering - Het uiteenvallen (verbrokkelen)
van steen door het weer of plantengroei. 

Rots > grind > zand

Erosie - Afslijten van hard gesteente door met 

verweringsmateriaal geladen water, ijs of wind. 
                                                                 = vervoerder 

Exogene krachten

Verwering

Erosie. Vervoerder?

Endogene krachten

Platentektoniek 

-> ontstaan van de alpen

Exogene krachten

- Verwering 

- Erosie 

-> Afbrokkelen van de alpen

Jong gebergte 

Kenmerken

- Hoger 

- Steile hellingen

- Spitse bergtoppen 

- Diepe dalen

Oud gebergte

Kenmerken

- Flauwe hellingen

- Afgeronde toppen 

- Veel lager 

Nakijken paragraaf 2.1

Hoe zijn de Alpen ontstaan?

2.2 Rivieren van ijs

Hoe zorgen gletsjers voor de afbraak en de opbouw van een landschap? 

Lezen 2.2 

Blz. 26

Morenen -> gletsjerpuin

U-dal en V-dal 

Aan de slag

Maken?

Opdr. 1 t/m 7

Klaar? 

Lezen 'De bovenloop van de Rijn' 

+ maken 8 t/m 10