SMART doelen

SMART 
doelen beschrijven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

SMART 
doelen beschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ik wil dat deelnemers mijn evenement leuk vinden
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 3 - Quizvraag

Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 4 - Quizvraag

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 5 - Quizvraag

100 kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar uit de wijk Angelslo​
moeten meedoen aan de sportdag op 1 november.​
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 6 - Quizvraag

Wat is meetbaar?
A
goed
B
teveel
C
genoeg
D
drie keer

Slide 7 - Quizvraag

Doelen stellen is best lastig. Hier nog twee voorbeelden:
Ik kan over 4 weken alle deelnemers bij naam noemen
Ik kan over een maand zelfstandig een activiteit uitvoeren

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijke doelen maak je ook SMART

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een persoonlijk leerdoel (gericht op bijv. kennis, vaardigheden of houding)

Slide 10 - Open vraag