Periode 3 les 1 ; zakelijke brief/ e-mail

Nederlands periode 3
Vier lessen
NUMO in mentoruur
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering schrijven einde periode
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands periode 3
Vier lessen
NUMO in mentoruur
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering schrijven einde periode

Slide 1 - Tekstslide

Thema schrijven 
1: zakelijke brief en e-mail
2: artikel schrijven deel 1
3: artikel schrijven deel 2
4: verslaglegging






Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kan je uitleggen wanneer je een punt, komma en aanhalingstekens gebruikt in een tekst;​
- kan je in een tekst komma’s, punten en aanhalingstekens plaatsen;​
- kan je uitleggen wat de verschillen tussen een zakelijke brief en e-mail zijn;​
- weet je wat de eisen van een zakelijke e-mail en zakelijke brief zijn;​
- kan je een zakelijke brief schrijven naar aanleiding van gemaakte aantekeningen. 






Slide 3 - Tekstslide

Programma vandaag
Inleiding

Taalverzorging

Theorie + opdracht

Afsluiting
5 minuten

10 minuten

25 minuten

5 minuten


Programma vandaag

Slide 4 - Tekstslide

In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?
A
Vandaag, gaan we aan de slag met het schrijven van een zakelijke brief, zodat jullie goed zijn voorbereid, op het examen.
B
Vandaag gaan we aan de slag met het schrijven van een zakelijke brief, zodat jullie goed zijn voorbereid op het examen.
C
Vandaag gaan we aan de slag, met het schrijven van een zakelijke brief zodat jullie goed zijn voorbereid op het examen.

Slide 5 - Quizvraag

Punt en komma
Punt​

Een punt komt aan het einde van de zin. ​

Komma​
Een komma plaats je bij een pauze in een zin;​
Voor een voegwoord (zoals, maar, omdat);​
Bij een opsomming (voetballen, zwemmen en fietsen).





Slide 6 - Tekstslide

In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?
A
Mandy vroeg me: ‘Wanneer is het examen Nederlands?’
B
Mandy vroeg me: ‘Wanneer is het examen Nederlands’? ​

Slide 7 - Quizvraag

Aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruik je om:​

- aan te geven waar een citaat begint en eindigt.​
- aan te geven dat je woorden ironisch bedoelt. ​
- om een woord of begrip te laten opvallen. ​

Je mag kiezen of je enkele ('...') of dubbele ("...") aanhalingstekens gebruikt, als je dit maar consequent (elke keer) doet. 




Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke brief

Slide 9 - Tekstslide

Zet de onderdelen van de zakelijke brief in de juiste volgorde.
Vul per groepje één antwoord in.
timer
5:00

Slide 10 - Open vraag

Inleiding
Waarom een zakelijke brief?

- Formeler dan een zakelijke e-mail;
- Naar officiële instanties of bedrijven;
- Bezwaarschrift, klacht of sollicitatie.

Slide 11 - Tekstslide

Opbouw van de zakelijke brief

Slide 12 - Tekstslide

1. Afzender
Eigen adres​

Je naam (of naam bedrijf en afdeling)​
Je straat en huisnummer​
Je postcode en woonplaats​
Land (alleen als je naar het buitenland stuurt)​
E-mailadres en telefoonnummer





Slide 13 - Tekstslide

2a. Adressering privéadres
De heer/mevrouw, de voorletters of voor- en achternaam;​

Straat en huisnummer;​
Postcode en woonplaats;.

Dus:​
Mevrouw M. Majoor
Aldegondeplein 61​
3817 CT Amersfoort





Slide 14 - Tekstslide

2b. Adressering bedrijf/instantie
Naam organisatie;​
Afdeling (indien bekend);​
Persoon aan wie je de brief richt, met daarvoor de letters: t.a.v. (ter attentie van)​
Straat en huisnummer of postadres;​
Postcode en plaats.​

Dus:​
Vishandel ‘t Visje​
T.a.v. de heer P. Windsema​
Postbus 2000​
9700 PB Monnikendam







Slide 15 - Tekstslide

3. Dagtekening
Plaats en datum​


- Plaatsnaam met hoofdletter;​
- Tussen plaats en datum een komma;​
- Datum = dag, jaar in cijfers en maand in letter.​

Dus: ​
Amersfoort, 13 januari 2022





Slide 16 - Tekstslide

4. Onderwerp
Beschrijf de inhoud van je brief in één of enkele woorden.​


Dus: ​
Betreft: bevindingen naar aanleiding van de audit. ​


Slide 17 - Tekstslide

5. Aanhef
Dit is de begroeting in een brief. Je begint met een hoofdletter en eindigt met een komma. ​


Dus: ​
Geachte heer/mevrouw,​
of​
​Geachte heer P. Winkels,​






Slide 18 - Tekstslide

6. Briefinhoud

Inleiding​
Waarom schrijf je de brief?​

Kern​
Je vertelt meer over het onderwerp.​

Slot​
Afronding van je brief. 






Slide 19 - Tekstslide

7. Ondertekening
Slotgroet​

Handtekening​
Naam​

Dus:​
Met vriendelijke groet,​
​HANDTEKENING​
Mirjam Meijer ​







Slide 20 - Tekstslide

8. Bijlage
Als je bijlagen meestuurt, verwijs je hiernaar in je brief en je noemt ze nogmaals onderaan je brief. ​

Stuur je meer bijlagen? Nummer ze dan.​

Dus:​
Bijlagen: Formulier audit



Slide 21 - Tekstslide

Zakelijke e-mail

Slide 22 - Tekstslide

Verschil zakelijke e-mail en zakelijke brief
De inhoud van de tekst is hetzelfde. 

Het verschil is de indeling
- Bij een zakelijke e-mail schrijf je het adres van jezelf en de geadresseerde niet op. 
- Het onderwerp zet je in de regel 'onderwerp' en niet in de tekst zelf;
- Als je bijlagen meezendt, voeg je deze toe als bestand en benoem je dit in je tekst. 

Slide 23 - Tekstslide

Opbouw zakelijke e-mail







Let op: zorg voor een net e-mailadres als je een zakelijke mail verstuurt. 




Slide 24 - Tekstslide

Opdracht

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht - zakelijke brief schrijven
Schrijf een zakelijke brief naar Hakvoort Professional.
Jullie hebben een jaar geleden een Mery Chef highspeedoven aangeschaft.
Nu heb je een klacht over de roosters. Ze gaan roesten en dat moet toch niet kunnen.
Geef in het slot aan waar je op hoopt of wat je verwacht. ​

  ​
Eisen​
- Indeling zoals het hoort;​
- Formeel taalgebruik;​
Let op spelling en grammatica!​





timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 27 - Tekstslide

Noem een verschil tussen een
zakelijke brief en een zakelijke e-mail.

Slide 28 - Woordweb

Wat heb je geleerd?

Slide 29 - Woordweb

Mentoruur  
NUMO
Leestekens 2F 




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide