PV TT

Persoonsvorm 
tegenwoordige tijd
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm 
tegenwoordige tijd

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm T.T.
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd = werkwoorden in het NU:

Ik loop, zwem, fiets, game, spring, slaap, wandel, schreeuw, etc. 

Er zijn 3 vormen: 
- de ik-vorm (stam)
- de ik-vorm + t 
- het hele werkwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm T.T.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat klopt hier niet?

Slide 5 - Tekstslide


De jongen ... (staren) voor zich uit.

Slide 6 - Open vraag


(draaien) Zij... er altijd omheen.

Slide 7 - Open vraag


Tim........... (vertellen) aan zijn moeder dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.

Slide 8 - Open vraag

Ik (vinden) er niets aan.

Slide 9 - Open vraag

De kip (broeden) al twee weken.

Slide 10 - Open vraag

(Houden) jij ook van pannenkoeken?

Slide 11 - Open vraag

Hij (schelden) iemand uit.

Slide 12 - Open vraag

(bedoelen) Wat ... u daarmee?

Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag

Ik heb het gevoel dat ik de persoonsvorm tegenwoordige tijd beheers.
010

Slide 17 - Poll