Unit 3 Paragraph 3.4 Can / Could / To be able to / To be allowed to

Do you remember?
Present perfect = ?????
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Do you remember?
Present perfect = ?????

Slide 1 - Tekstslide

Fill in the correct form of the present perfect:
It ... (to rain) a lot.
A
have rain
B
has rain
C
have rained
D
has rained

Slide 2 - Quizvraag

Fill in the right form of the present perfect: 'How long.................you...............for that boss?' ( work)
A
has worked
B
did work
C
have worked
D
had worked

Slide 3 - Quizvraag

Make the present perfect:
(you / keep / a pet for three years)

Slide 4 - Open vraag

Make the present perfect:
(I / just/ go / to the library)

Slide 5 - Open vraag

Make the present perfect:
(you / ever/ eat/Thai food?)

Slide 6 - Open vraag

Make the present perfect:
(We / never/ hear /that song/before)

Slide 7 - Open vraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 8 - Open vraag

Maak present perfect:
John lives

Slide 9 - Open vraag

Present perfect:
The parents speak to the children.

Slide 10 - Open vraag

Unit 3
Australia
3.4

Slide 11 - Tekstslide

Today
Reading MC questions. 
Can / Could / To be able to / to be allowed to

Slide 12 - Tekstslide

Programme
1. Warming up 5 minutes
2. MC questions
3. Grammar 

Slide 13 - Tekstslide

Reading
1. Reading and answering 'Working on a farm' together. 
2. Do ex. 2 + 3 - 5 minutes 
3. Reading tips for MC questions
4. Do ex. 4


Slide 14 - Tekstslide

Een mogelijkheid beschrijven
            Can
           Could
Iets is waarschijnlijk.
Iets is minder waarschijnlijk.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Stellen van een beleefde vraag
             Can

           Could
         (Please)
Gebruiken om beleefd te vragen.

Beleefdere vorm van “Can”.

Wordt bij beiden in combinatie gebruikt.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vermogen, vaardigheid, in staat zijn om
             Can
           Could
   To be able to

Gebruik je alleen in Present Simple.
Iets wat mogelijk zou kunnen zijn.
Kun je met alle werkwoordstijden gebruiken.
Verleden tijd van “can”.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Toestemming om iets te doen
              Can
           Could
 To be allowed to
Gebruik je alleen in Present Simple.
Verleden tijd van “can”.
Kun je met alle werkwoordstijden gebruiken.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Review grammar
CAN
COULD
TO BE ABLE TO
TO BE ALLOWED TO

Slide 23 - Tekstslide

could
to be able to
to be allowed to
can
zou kunnen
zou mogen
konden
mochten
kunnen, in staat zijn tot
mogen,
toestemming krijgen
kunnen,
mogen,
mogelijk zijn

Slide 24 - Sleepvraag

When I was six I ..... already swim.
A
can
B
could
C
was able to

Slide 25 - Quizvraag

He .... break bricks with his bare hands when he was younger
A
can
B
could
C
was able
D
is able to

Slide 26 - Quizvraag

Nicole......drive, but she hasn't got a car.
A
could
B
is not able to
C
can
D
couldn't

Slide 27 - Quizvraag

I used to ......stand on my head, but I can't do it now.
A
can
B
am able to
C
be able to
D
could

Slide 28 - Quizvraag

I'm afraid I .....come to your party next week.
A
could
B
can't
C
can
D
couldn't

Slide 29 - Quizvraag

I looked everywhere but I ......not find my watch.
A
can
B
could

Slide 30 - Quizvraag


He phoned to say that he would
not....... arrive on time.
A
be able to
B
could
C
can

Slide 31 - Quizvraag

Ik snap hem!
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Zie de studieplanner voor wat je nu kunt doen voor unit 3.4

Slide 33 - Tekstslide