Thema 5 BS2 Voelen, ruiken en proeven

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Thema 5: waarneming en gedrag

Welkom

Je hebt een biologieles van 45 minuten

Lesindeling

Lesopening

Leerdoelen

Uitleg thema 5 BS2

Huiswerk

Lesafsluiting

Lesopening

Een oefenvraag over de vorige les

Welke prikkel hoort bij welk zintuig? Sleep het plaatje naar de juiste prikkel.  

Geur

Licht

Smaak

Geluid

Aanraking

Leerdoelen

3 Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.

4 Je kunt benoemen hoe je verschillende geuren ruikt.

5 Je kunt benoemen hoe je verschillende smaken proeft.

Uitleg 5.2 

GL = Voelen, ruiken en proeven

KBL = de huid 

De huid

In de huid liggen zintuigen waarmee je kunt voelen.

Andere taken van de huid zijn: 

• bescherming
• regeling van de lichaamstemperatuur
• vetopslag

De opperhuid

Bestaat uit twee lagen:

1. Hoornlaag: bestaat uit dode cellen.

De hoornlaag beschermt je lichaam tegen beschadiging en uitdroging. De hoornlaag beschermt ook tegen ziekteverwekkers (bacteriën).

2. Kiemlaag: hier worden nieuwe cellen gevormd.

De lederhuid

De lederhuid bevat haar. 

De talgklieren in je huid maken talg (vettige stof) aan. Talg houdt de haren en de hoornlaag soepel.

In de lederhuid liggen de warmte-, koude-, druk- en tastzintuigen.

Onder de huid ligt vet opgeslagen. Dit vet dient als reservevoedsel. 

Het vet vormt een isolerende laag. 

Hierdoor verliest je lichaam niet te veel warmte.

Onderhuids bindweefsel

Hierin ligt vet opgeslagen dat dient als reservevoedsel. 

Het vet vormt een isolerende laag, die warmteverlies van het lichaam tegengaat.

Lichaamstemperatuur

De temperatuur van je lichaam is gemiddeld ongeveer 37 °C. 

Dit is de beste temperatuur voor de organen en processen in je lichaam. 

De huid helpt bij het regelen van de lichaamstemperatuur.

Huid - lichaamstemperatuur

Lichaamstemperatuur te hoog dan:

- Zweetklieren produceren zweet, vooral als je het warm hebt. Door verdamping van zweet koelt je lichaam af. 

- Bloedvaten in je huid worden wijder, zodat er meer bloed door heen kan. Het bloed geeft warmte af aan je huid. Je houd geeft de warmte af aan de omgeving. Je koelt af. 

Huid- lichaamstemperatuur

Lichaamstemperatuur te laag dan:

- rillen (hierdoor gaan je spieren warmte opwekken)

- bloedvaten worden nauwer

- je verliest hierdoor minder warmte aan de omgeving

Enkele oefenvragen

Je krijgt nu een paar oefenvragen over de lesstof

Wat is de huid?

1. orgaan
2. weefsel
3. orgaanstelsel
4. cel

In welk gedeelte van de huid worden nieuwe huidcellen gevormd?

1. Hoornlaag
2. Kiemlaag
3. Lederhuid

Hoe heet het gedeelte van de huid wat bestaat uit dode huidcellen?

1. kiemlaag
2. lederhuid
3. hoornlaag
4. onderhuidsbindweefsel

Van je huid vallen huidschilfers.
Vallen huidschilfers af van de hoornlaag of van de kiemlaag?

1. Hoornlaag
2. Kiemlaag

Lagen van de huid

Opperhuid

Lederhuid

Onderhuids bindweefsel

Hoe reageert de huid bij warmte of kou?

huid bij kou

huid bij warmte

de bloedvaten zijn nauw

De bloedvaten zijn wijd

Spieren trekken samen (trillen)

Kippenvel

Je zweetklieren produceren meer zweet.

Huiswerk

Lezen de teksten van thema 5 basisstof 5.2

Leren begrippen basisstof 5.2 

Maken opdracht in je werkboek opdracht 1+2+3+4+6

Lesafsluiting

Heb je vragen?