Hin Les 1bk, Formuleren en proeftoets

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:
  • Lesboek 
  • iPad 
  • Oortjes of koptelefoon 
  • Schrift
  • Pen

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag

  • Herhaling lidwoorden, verwijswoorden en leestekens.  
  • Maken proeftoets
  • Vragen stellen en nabespreken 
  • Doelen checken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

  • Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas  
  • Uitleg tekstdoelen
  • Zelfstandig werken
  • Nabespreken
  • Doelen checken

Slide 6 - Tekstslide

Vorige les: Jouw publiek
Wat weten je lezers al? 
Wat moeten ze te weten komen?
Zeg je u of jij?
Welk lettertype? Welke kleur? Plaatjes? 

Slide 7 - Tekstslide

  • Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas  
  • Uitleg tekstdoelen
  • Zelfstandig werken
  • Nabespreken
  • Doelen checken

Slide 8 - Tekstslide

Jezelf toevoegen aan de LessonUp-klas     1bka
1. Download de LessonUp-app op je iPad
2. Voer de code in: yfjfy

Nu zit je in de klas!

Slide 9 - Tekstslide

Formuleren 
Volledige zinnen 

Slide 10 - Tekstslide

  • Je leert volledige zinnen schrijven 
  • Je leert leestekens, lidwoorden en verwijswoorden gebruiken 
Lesdoelen

Slide 11 - Tekstslide

Formuleren 
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 12 - Tekstslide

De- en het woorden
In het Nederlands bestaan er de-woorden en het-woorden. 
Meestal weet je wel of een woord een de-woord of het-woord is. Als je het niet zeker weet, kun je het in een (online) woordenboek opzoeken. Daar staat bijvoorbeeld:
computer, de (m) -s
onderzoek, het (o) - en
verzameling, de (v) - en 

Slide 13 - Tekstslide

DEZE, DIE, DIT, DAT
Dit zijn verwijswoorden.
Ezelsbruggetje:
  • dezE en diE gebruik je bij dE-woorden.

  • diT en daT gebruik je bij heT-woorden.



Slide 14 - Tekstslide

Extra voor kader: 
hoofdletters, punten en komma's
een zin met een persoonsvorm en een onderwerp: 

Jan houdt van voetbal. 
Jellie rijdt op haar verzorgpony. 

Pv: houdt, rijdt    Onderwerp: Jan, Jellie (wie/wat+pv)

Slide 15 - Tekstslide

Maken proeftoets
Maak de proeftoets in stilte. 

Klaar? Pak een leesboek en ga stillezen. 
timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Heb je nog                      vragen?

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk 
Basis: leer de theorie op blz 210 en 211. 


Kader: Leer de theorie op blz 214 t/m 218. 

Toets over formuleren op donderdag 16 november 2023. 

Slide 18 - Tekstslide

Heb je nog                      vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Maak een foto van je huiswerk!
(of van jezelf als je geen huiswerk hebt gemaakt...)

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Huiswerk nakijken 


Basis: Ga naar blz 210 en kijk  opdracht 1, 2 en 3 na. 
Kader: ga naar blz 218 en kijk opdracht 1, 2 en 3 na. 

timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide