- Je weet hoe de arbeidsomstandigheden in de meeste fabrieken waren.
- Je kunt uitleggen wat de arbeidsomstandigheden voor en tijdens de industriële revolutie waren voor man en vrouw.
- Je kunt uitleggen waarom veel mensen van het platteland naar de stad trokken.
- Je weet dat de werkgelegenheid in de landbouw terugliep.
- Je weet hoe de woonomstandigheden van veel arbeiders waren.
- Je kunt uitleggen waarom kinderarbeid in die tijd ‘normaal’ en nodig was.
- Je weet dat er nog geen wetten waren om de arbeiders te beschermen.
- Je kent de begrippen: arbeidsomstandigheden, arbeidsdeling, kinderarbeid