Aladdin en de wonderlamp

Aladdin en de wonderlamp
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aladdin en de wonderlamp

Slide 1 - Tekstslide

We leren vandaag:
- zoeken naar oorzaak met gevolg,
- afbeeldingen met de tekst vergelijken,
- details uit de tekst halen.

Slide 2 - Tekstslide

De leesvraag
Welke boodschap heeft het verhaal?

Slide 3 - Tekstslide

Welke zin past het best bij deze olielamp?
A
De olielamp is oud, maar wonderlijk
B
De olielamp is nieuw en wonderlijk
C
De olielamp is oud en stoffig
D
De olielamp is nieuw en magisch

Slide 4 - Quizvraag

Lees de titel nog eens.
Wat is waar over deze tekst?
A
Het verhaal over Aladdin is waargebeurd
B
Het verhaal over Aladdin is een sprookje
C
Het verhaal over Aladdin is een geschiedenisverhaal
D
Het verhaal over Aladdin is een mop

Slide 5 - Quizvraag

Noem vier woorden die horen bij een sprookje

Slide 6 - Open vraag

Lees de eerste alinea nog eens. 
Wat past bij Aladdin? Sleep de drie juiste antwoorden naar het vinkje.
Rijk
Bangerik
Ondeugend
Arm
Hart van goud
Angstig

Slide 7 - Sleepvraag

In de tweede alinea staat: Ik ben een broer van jouw moeder ...
Wat beweert de onbekende man te zijn?
A
Hij beweert de broer van Aladdin te zijn
B
Hij beweert de neef van Aladdin te zijn
C
Hij beweert de oom van Aladdin te zijn
D
Hij beweert de vader van Aladdin te zijn

Slide 8 - Quizvraag

In de derde alinea lees je waarom de man op zoek was naar Aladdin.
Waarom kan de man zelf niet de grot in?
A
Omdat alleen mensen met een goed hart het rotsblok kunnen verplaatsen
B
Omdat alleen jonge mannen sterk genoeg zijn om het rotsblok te verplaatsen
C
Omdat alleen gewone jongens het rotsblok kunnen verplaatsen

Slide 9 - Quizvraag

Maak de zin af..
De tovenaar doet Aladdin een loze belofte. Hij ...
A
belooft dat Aladdin zelf de wonderlamp mag houden
B
belooft Aladdin uit de grot te redden, maar laat hem juist alleen achter
C
belooft Aladdin rijkelijk te belonen, maar wil Aladdin juist alleen achterlaten
D
belooft Aladdin dat hij alle schatten in de grot mag houden

Slide 10 - Quizvraag

Lees de vijfde alinea nog eens.
Waarom begint Aladdin aan de aardigheid van de man te twijfelen?
A
De man doet plotseling overdreven aardig. Daarvoor was hij juist boos.
B
De man doet plotseling erg boos. Daarvoor was hij juist aardig.
C
De man doet erg geheimzinnig. Hij vertelt Aladdin een raadsel.

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer komt de geest tevoorschijn?
A
Wanneer de lamp aangestoken wordt.
B
Wanneer de schat aangeraakt wordt.
C
Wanneer je de naam van de geest roept
D
Wanneer er over de lamp gewreven wordt.

Slide 12 - Quizvraag

Waarom laat Aladdin zijn moeder met alle schatten naar het paleis gaan?

Slide 13 - Open vraag

Lees de laatste alinea nog eens.
Waarom is de sultan enorm onder de indruk van Aladdin?

Slide 14 - Open vraag

De leesvraag..
Welke boodschap heeft het verhaal?
A
Schijn bedriegt. Het uiterlijk van iets of iemand zegt niets.
B
Het uiterlijk van iets of iemand is het belangrijkst.
C
Je moet altijd wegrennen van boze tovenaars.
D
Het is belangrijk dat alles er altijd mooi en netjes uitziet.

Slide 15 - Quizvraag

We hebben geoefend met:
- zoeken naar oorzaak met gevolg,
- afbeeldingen met de tekst vergelijken,
- details uit de tekst halen.

Is dit gelukt?

Slide 16 - Tekstslide