Recap chapter 1 (past simple)

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

lesson goals
At the end of this class I ...

... can write about things that happened in the past (het verleden).
can write about the last time I went shopping in simple terms using the past simple. Exercise 10 (Book B p.14)

Slide 2 - Tekstslide

Past simple is verleden tijd.
Hoe maak je ook alweer de past simple?

Slide 3 - Open vraag

Past simple: Wanneer gebruik je de past simple?

Slide 4 - Open vraag

Past simple regular verbs
  • Je gebruikt de past simple om over dingen te praten die in het verleden gebeurd zijn.
  • De gebeurtenis/ actie is gestopt.

Om de past simple te maken voeg je -(e)d toe aan het werkwoord.

My mum liked my new swimsuit a lot. 
We changed flights in London. 

Slide 5 - Tekstslide

Past simple irregular verbs
Sommige werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de past simple.
Deze moet je uit je hoofd leren. Een overzicht vind je op blz. 211.
For example:
  • (to) be = was/ were
  • (to) buy = bought

Slide 6 - Tekstslide

Past simple:
My sister .......... (to play) the guitar last year.

Slide 7 - Open vraag

Past simple:
Her sister ... (to like) me a lot.

Slide 8 - Open vraag

Past simple:
My mum .... (to talk) to my teacher about my grade.

Slide 9 - Open vraag

Past Simple of
''to work''?

Slide 10 - Open vraag

Past Simple of
''to want''?

Slide 11 - Open vraag

Past Simple of
''to stop''?

Slide 12 - Open vraag

Past Simple of
''to arrive''?

Slide 13 - Open vraag

I _____ (to change)my flight yesterday.

Slide 14 - Open vraag

The boys _____ (to call) the police last week.

Slide 15 - Open vraag

Past simple irregular verbs

Slide 16 - Tekstslide

Look at page 211-213. Write past simple of ''to begin''?

Slide 17 - Open vraag

Look at page 211-213. Write past simple of ''to have''?

Slide 18 - Open vraag

Look at page 211-213. Write past simple of ''to meet''?

Slide 19 - Open vraag

Look at page 211-213. Write past simple of ''to sleep''?

Slide 20 - Open vraag

She _____ (to write) a letter to her parents.

Slide 21 - Open vraag

I _____ (to spend) all my money.

Slide 22 - Open vraag

Past simple:
They ....... (to go) home after school yesterday.

Slide 23 - Open vraag

Past simple:
We ....... (to have) a week off.

Slide 24 - Open vraag

Kijk naar de afbeelding. Je bent op vakantie in Africa. Op de afbeelding zie je wat er gisteren is gebeurd.
1) Schrijf een postcard naar je vriend.
2) Vertel je vriend wat er gisteren is gebeurd.
3) Schrijf 4-5 zinnen.
4) Let op spelling, grammatica en leestekens.
5) Gebruik de past simple.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Link