H8.3 - Geluidssterkte (les 2)

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en zorg dat je niks op je tafel hebt liggen. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en zorg dat je niks op je tafel hebt liggen. 

Slide 1 - Tekstslide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Ga aan de slag
Wat? Ga aan de slag met de opdracht of test jezelf van H8.3. Sla extra of plus opdrachten over. 
Hoe? Werk de eerste 10 minuten in stilte.
Klaar? Ga voor een ander vak bezig

Slide 3 - Tekstslide

8.3 Geluidssterkte

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • Je kunt beschrijven wat de gehoordrempel en de pijngrens zijn.
  • Je kunt het apparaat benoemen waarmee je geluidssterkte meet.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A)- en de dB-schaal. 
  • Je kunt uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron

Slide 5 - Tekstslide

Geluidssterkte
Hoe hoger de amplitude, hoe harder het geluid

Slide 6 - Tekstslide

Geluidssterkte 
  • De geluidssterkte heeft als eenheid decibel (dB)
  • De geluidssterkte meet je met een decibelmeter.
De geluidssterkte is afhankelijk van de afstand tot het geluid.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
  • Omdat de gevoeligheid van je oren niet hetzelfde is voor alle frequenties, hebben decibelmeters een A-filter;
  • Dit filter maakt de meter minder gevoelig voor lage en erg hoge frequenties;
  • De meter kan zo de geluidssterkte nabootsen zoals we die met onze oren waarnemen.
dB(A) en dB-schaal
Herhaling

Slide 9 - Tekstslide

Een toon van 100 Hz en 20 dB luid begin je net te horen. De dB meter geeft 20 dB aan, maar met A filter geeft deze 0 dB(A) aan.

Slide 10 - Tekstslide

Als 1 stofzuiger 70 dB maakt. Hoeveel dB maken 2 stofzuigers?

Slide 11 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 12 - Tekstslide

1 bij = 42 dB
2 bijen = 45 dB
4 bijen = 48 dB
8 bijen = 51 dB
16 bijen = 54 dB
32 bijen = 57 dB
64 bijen = 60 dB
128 bijen = 63 dB
256 bijen = 66 dB
512 bijen = 69 dB
1024 bijen = 72 dB
2048 bijen = 75 dB
4096 bijen = 78 dB

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 1
Op 10 m afstand van een concertpodium wordt de geluidssterkte gemeten. Als er één violist speelt, is de geluidssterkte 70 dB. Welke geluidssterkte wordt gemeten als er een groep van acht violisten aan het spelen is?

Slide 14 - Tekstslide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten zonder sterretje of plusje van H8.3 af.

Hoe?  Eerste 5 minuten stil. Daarna mag je fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Lees heel paragraaf H8.3 en maak de rest van de opdrachten. Alles af? Ander vak

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel trillingen zie je op de afbeelding?

Slide 16 - Open vraag

Als het aantal geluidsbronnen verdubbeld.....
A
verdubbeld ook de geluidssterkte
B
neemt de geluidssterkte met 2 dB toe
C
neemt de geluidssterkte met 3 dB toe
D
veranderd er niets aan de geluidssterkte

Slide 17 - Quizvraag

Een geluid heeft een bepaalde geluidssterkte.
Welke eenheid gebruik je voor de geluidssterkte?
A
dB(A)
B
Hz
C
mm
D
m/s

Slide 18 - Quizvraag

1 scooter is 80 dB
Hoeveel dB maken 16 scooters ?
A
83
B
89
C
92
D
95

Slide 19 - Quizvraag

Geluidssterkte
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de amplitude?
A
0,5 mm
B
1 mm
C
2 mm
D
4 mm

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de amplitude?
A
Aantal trillingen per seconde
B
De hoogte van een trilling
C
De breedte van een trilling

Slide 22 - Quizvraag

Als 1 scooter 64 dB produceert, hoeveel dB produceren dan 32 scooters?
A
82 dB
B
73 dB
C
76 dB
D
79 dB

Slide 23 - Quizvraag