Les 16 H1 De nationale economie

Economie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen
  • Theorie hoofdstuk 1 bespreken
  • klein stukje hoofdstuk 2 alvast
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Toets bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Huishoudelijke mededeling
Volgende les: aanstaande donderdag. Vanaf dan elke donderdag les

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De nationale economie
  • Voorheen: micro-economie: richt zich op individuen
  • Nu: macro-economie: richt de blik op grotere gehelen, zoals overheden, productie, werkgelegenheid, enzovoort.

Slide 6 - Tekstslide

BBP:
Bruto binnenlands product. Telt alle waarden op die in een land toegevoegd worden.

3 methodes:
- Objectieve methode
- Subjectieve methode
- Bestedingsmethode

Slide 7 - Tekstslide

Objectieve methode
  • Totale waarde die mensen binnen een land toevoegen. Zowel winsten, lonen, huren, enzovoort.
  • Bruto toegevoegde waarde (van een bedrijf) = TO - kosten ingekochte goederen en diensten

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zit dat dan met de (semi)overheid?
  • Geen sprake van winstvorming
  • Iedereen (zelfs ik) krijgt er wel salaris: dit wordt gerekend als de toegevoegde waarde. 


BBP = optelsom alle bruto toegevoegde waarden

Slide 9 - Tekstslide

Vraag:
Als de bevolking van mijn land twee keer zo groot wordt (en er dus twee keer zoveel mensen zijn die winsten maken en lonen krijgen) wordt mijn BBP dan ook twee keer zo groot? (gemiddeld genomen)

Ja
Zegt BBP dan iets over hoe rijk de bevolking is?

Slide 10 - Tekstslide

BBP per hoofd van de bevolking
Zegt wel 'iets' over de welvaart van de bevolking.

bbp per hoofd van de bevolking =                bbp             
                                                                          aantal inwoners


Hoe doet Nederland het?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Netto binnenlands product
Omdat er waarde verloren gaat, dient dit meegenomen te worden voor het netto toegevoegde waarde:

nbp = bbp - afschrijvingen

Slide 14 - Tekstslide

Het binnenlands inkomen
Subjectieve methode: toegevoegde waarde vanuit de productiefactoren:

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Conclusie BBP
  • Het wordt overal ter wereld gebruikt om de welvaart van (de inwoners van) een land te berekenen
  • Waarom? Omdat het een objectieve methode is, die vrij gemakkelijk te meten is.
  • Zegt het BBP dan alles over de welvaart van (de inwoners van) een land? 

Slide 17 - Tekstslide

BBP ligt onder vuur
  • Welvaart is niet alleen het inkomen van een persoon maar zou ook iets moeten zeggen over 'hoe het met je gaat'
  • BBP zegt niks over milieu, gezondheid, onderwijs, over hoe gelukkig je bent, enzovoort
  • Hierover over 3 weken meer

Slide 18 - Tekstslide

Wie kent deze man?
François Quesney (1694 - 1774)

Slide 19 - Tekstslide

De economische kringloop
Hoe werkt een economie eigenlijk? Wie zijn de spelers? wie betaalt wie? met wat betaalt wie? waarom betaalt de één de ander?

Economische kringloop

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Formules:
Y = C + I + O + E - M
Y = binnenlands product (nbp)
I = (uitbreidings)investeringen
O = Overheid(sgoederen)
E = export
M = import

Slide 22 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 23 - Tekstslide