Spelling verleden tijd H 3 havo/vwo




Spellingsles



Spelling vwo
Chakari

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les




Spellingsles



Spelling vwo
Chakari

Slide 1 - Tekstslide

persoonsvorm in de verleden tijd



Hoe zat dat ook alweer?

Slide 2 - Tekstslide

Theorie persoonsvorm in de verleden tijd



Als de persoonsvorm in de verleden tijd staat dan kan het werkwoord zowel sterk als zwak zijn. De zwakke werkwoorden zijn regelmatig (rennen-rende), de sterke werkwoorden zijn anders dan de regel (lopen-liep). De sterke werkwoorden moet je 'gewoon' onthouden.

bij zwakke werkwoorden gebruik je: ''T KoFSCHiP  X.

wat doe je dan?

Slide 3 - Tekstslide


4 stappen


Stap 1. Eerst pak je de stam van het werkwoord

Stap 2. Zit de laatste letter van de stam in het 'kofschip x of niet?

stap 3. wel + te
                niet + de

stap 4. Staat de werkwoord in het enkelvoud of meervoud?


Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden


Gisteren (lachen) Kim mij heel erg uit.

Vorig jaar (antwoorden) ik nooit op tijd.

Verleden week (rennen) mijn opa en oma naar het         station.

Slide 5 - Tekstslide

Het nieuwtje ........ (verspreiden) zich gisteren snel door de school

Slide 6 - Open vraag

Hij......... (schrijven) laatst het antwoord stiekem op zijn hand.

Slide 7 - Open vraag

Een uur geleden......... (blinken) de deurknop als nooit tevoren

Slide 8 - Open vraag

Vorig jaar ......(verhuizen) alle drie vriendinnen naar het buitenland.

Slide 9 - Open vraag

Een rotsblok ...... (vallen) vorige nacht op een geparkeerde auto

Slide 10 - Open vraag

Opdrachten 
Maak opdracht 1 en 2
Spelling H 3 bladzijde 96
Wat niet af is, is huiswerk.

Slide 11 - Tekstslide