Nieuwsbegrip A tekst "De eredivisie is begonnen maar anders dan anders"
Nieuwsbegrip A-tekst - week 38
De eredivisie is begonnen maar anders dan anders
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nieuwsbegrip A-tekst - week 38
De eredivisie is begonnen maar anders dan anders
Slide 1 - Tekstslide
eredivisie
Slide 2 - Woordweb
Doel:
--> Ik kan de tekst actief lezen aan de hand van sleutelvragen
--> Ik kan vragen beantwoorden over de tekst
Slide 3 - Tekstslide
We lezen samen de tekst
Actief lezen:
--> hardop denken
--> betekenis van woorden opzoeken:
- verder of terug lezen
- foto's of illustraties bekijken
- stukjes van het woord bekijken
- vragen of opzoeken
Slide 4 - Tekstslide
1. Waardoor is de eredivisie anders dan anders?
Slide 5 - Open vraag
2. Hoe wordt een voetbalclub kampioen van Nederland?
Slide 6 - Open vraag
3. Waarom was er geen kampioen in de competitie van 2019-2020?
Slide 7 - Open vraag
4. Welke verschillen zijn er tussen de eredivisie voor mannen en de eredivisie voor vrouwen? Noem er 3.
Slide 8 - Open vraag
5. Hoe komt het dat de stadions niet vol zijn?
Slide 9 - Open vraag
6. Welke regels zijn er voor het publiek in de stadions?
Slide 10 - Open vraag
7. Wat mag er volgens de regels niet buiten het stadion, maar wel in de bioscoop?
Slide 11 - Open vraag
In het stukje onder "vrouwen eredivisie" staat een reden. Het woord "want" (r. 18) geeft de reden aan. Waar is het een reden voor?
A
Aan de vrouwen eredivisie doen acht clubs mee
B
De competitie voor vrouwen is deze zomer weer sterker geworden
C
Die wedstrijd wordt op zondag gespeeld.
D
Zijn zijn goede voetbalsters die een tijd in het buitenland hebben gespeeld.
Slide 12 - Quizvraag
In r. 22 staat: "Die wedstrijd is live te zien op Fox Sports." Wat betekent het woord "live"?
A
alleen maar voor fans van voetbal die in het stadion zijn
B
meteen te volgen op radio, televisie of internet
C
terug te kijken op radio, televisie of internet
D
voor mensen die lid zijn van een voetbalclub
Slide 13 - Quizvraag
Lees r. 26-28 nog een keer. Wat is waar? 1. Mensen die in hetzelfde huis wonen hoeven geen 1,5 meter afstand te houden van elkaar 2. kinderen tot 18 jaar mogen naast elkaar zitten.
A
alleen 1 is waar
B
alleen 2 is waar
C
1 en 2 zijn allebei niet waar
D
1 en 2 zijn allebei waar
Slide 14 - Quizvraag
In r. 36 staat: "Ze kijken daar naar een wedstrijd van hun club." Waarnaar verwijst het woord "daar"?
A
naar "de bioscoop"
B
naar "gezinnen met jonge kinderen"
C
naar "het stadion"
D
naar "tien steden"
Slide 15 - Quizvraag
Welk kopje past ook bij het stukje tekst onder "in de bioscoop kijken"? Kies het beste antwoord.