Procent naar factor

Van procent naar factor
Lesdoel: 
Je kunt van procent naar factor omrekenen
Je kunt rekenen met procenten en factoren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Van procent naar factor
Lesdoel: 
Je kunt van procent naar factor omrekenen
Je kunt rekenen met procenten en factoren

Slide 1 - Tekstslide

Op een school zitten 570 leerlingen. 80% is lid van een sportvereniging, hoeveel leerlingen zijn dat?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de breuk die hoort bij 70%?
A
70/100
B
70/10
C
30/100
D
7/10

Slide 3 - Quizvraag

70/100 is hetzelfde als ….
A
0,7
B
0,07
C
7
D
0,70

Slide 4 - Quizvraag

Van procent naar factor
Factor = nieuwe/oud

Dus: een fiets koste eerst €500,- en nu kost de fiets €480,-
De factor is dan 480/500 = 0,96

Slide 5 - Tekstslide

Van procent naar factor
Een prijs wordt met 20% verhoogd

Dus de factor wordt 120/100 = 1,2 

Slide 6 - Tekstslide

Van procent naar factor
Een prijs wordt met 20% verlaagd. 

De factor wordt dan: 80/100 = 0,8

Slide 7 - Tekstslide

Rekenen met de factor
Met behulp van de factor bereken je de nieuwe hoeveelheid of de nieuwe prijs. 
Je gebruikt dan de rekenregel:       oud x factor = nieuw

Slide 8 - Tekstslide

Een broek wordt afgeprijsd met 15%.
Met welke factor moet je de oude prijs vermenigvuldigen?
A
0,15
B
0,85
C
1,5
D
8,5

Slide 9 - Quizvraag

Als een hoeveelheid toeneemt is de factor groter dan 1

Als de hoeveelheid afneemt is de factor kleiner dan 1

Slide 10 - Tekstslide

Toename
Afname
1,2
0,8
1,3
0,7

Slide 11 - Sleepvraag

Toename van 20% 
Afname van 20% 
Toename van 30% 
Afname van 30% 
1,2
0,8
1,3
0,7

Slide 12 - Sleepvraag

Korting op korting.
Een winkel adverteert: nu alle kleding voor de helft van de helft

Met welke factor moet je dan rekenen? 

Slide 13 - Tekstslide

Korting op korting.
Een winkel adverteert: nu alle kleding voor de helft van de helft

Met welke factor moet je dan rekenen? 
0,5 x 0,5 = 0,25

Slide 14 - Tekstslide

Bereken: 80% van 90% van 600

Slide 15 - Open vraag

Bereken: 5% van 5% van 500

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag!
Maken opdracht 2, 3, 5 t/m 10

Slide 17 - Tekstslide

0,4
0,04
0,8
1,2
0,02
afname van 20% 
10% van 20%
toename van 20%
4/100
Afname van 60%
20% van 20%

Slide 18 - Sleepvraag

Volgende les:
Exponentiële groei
Voorkennis over factoren is hierbij érg belangrijk!

Slide 19 - Tekstslide